Abstract
Het Nederlandse strafrecht kent een toenemende nadruk op preventieve sancties. Vergeleken met het klassieke
schuldstrafrecht is de normering van het risicostrafrecht – en daarmee de begrenzing van de macht van de
overheid om preventief de vrijheid van justitiabelen te beperken – echter nauwelijks van de grond gekomen.
Dat levert fundamentele en nieuwe vragen op over de toepassing van preventieve maatregelen op grond van
recidive gevaar. Het gaat hierbij om vragen als: heeft de Staat verplichtingen ten opzichte van justitiabelen
tegen wie preventieve maatregelen worden getroffen, wat houdt het vaststellen van gevaar in, hoe kan de
gedragsdeskundige beoordeling van het gevaar beter worden ingebed in het strafprocesrecht en in hoeverre is
het gebruik van nieuwe (neuro)technologieën in dit verband juridisch en ethisch aanvaardbaar?
schuldstrafrecht is de normering van het risicostrafrecht – en daarmee de begrenzing van de macht van de
overheid om preventief de vrijheid van justitiabelen te beperken – echter nauwelijks van de grond gekomen.
Dat levert fundamentele en nieuwe vragen op over de toepassing van preventieve maatregelen op grond van
recidive gevaar. Het gaat hierbij om vragen als: heeft de Staat verplichtingen ten opzichte van justitiabelen
tegen wie preventieve maatregelen worden getroffen, wat houdt het vaststellen van gevaar in, hoe kan de
gedragsdeskundige beoordeling van het gevaar beter worden ingebed in het strafprocesrecht en in hoeverre is
het gebruik van nieuwe (neuro)technologieën in dit verband juridisch en ethisch aanvaardbaar?
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 1634 |
Pages (from-to) | 2004-2012 |
Journal | Nederlands juristenblad |
Volume | 2024 |
Issue number | 26 |
Publication status | Published - 6 Sept 2024 |