Abstract
In de Smartphone-arresten uit 2017 stelde de Hoge Raad nadere eisen aan opsporingsonderzoek naar gegevens op een smartphone. In oktober 2024 bracht het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak Landeck een nieuwe wending. Het HvJ EU benadrukte onder meer het belang van voorafgaande rechterlijke toetsing bij onderzoek aan smartphones, wat de vraag opriep in hoeverre de Nederlandse normering hiermee in lijn is. Op 18 maart 2025 volgde een reactie van de Hoge Raad in het Post-Landeck-arrest. In deze bijdrage wordt onderzocht wat dit arrest betekent voor de normering van het onderzoek aan de smartphone. Geconcludeerd wordt dat, ondanks de bescheiden woordkeuze van de Hoge Raad, de impact van Post-Landeck groot zal zijn.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 1388-1394 |
Journal | Nederlands juristenblad |
Volume | 2025 |
Issue number | 18 |
Publication status | Published - 23 May 2025 |
Keywords
- Smartphone
- Landeck
- Post-Landeck
- Digitale opsporing
- strafprocesrecht