Tweede evaluatie WMO: Aandacht voor de positie van het prefpersonenlid en de patient is dringend gewenst

C. Smit, W.P.C. Boon, M.P.J. Evers, R.H.B. Meyboom, E. Visser

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Het medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in Nederland is nog maar tamelijk recent geregeld: de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen(WMO)is op 1 december 1999 in werking getreden en is vooral bedoeld ter bescherming van proefpersonen. Na een eerste evaluatie eind 2004 en een wijziging in 2006 als gevolg van de implementatie van de EU Clinical Trial Directive 2001/20/EC, wordt er nu gepraat over een tweede evaluatie van de WMO.2 Ploem reikt daarvoor in het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht een aantal aandachtspunten aan.3 Het is echter opmerkelijk dat zowel in het artikel van Ploem als in recente rapporten van de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) geen aandacht wordt besteed aan de mogelijke betrokkenheid van de Nederlandse patiëntenbeweging bij het werk van de medisch-ethische commissies (METC’s) en de CCMO
Original languageDutch
Pages (from-to)305-306
Number of pages2
JournalTijdschrift voor Gezondheidsrecht
Volume4
DOIs
Publication statusPublished - 2010

Cite this