Abstract
In Kadi II heeft het Hof van Justitie vastgehouden aan
zijn lijn dat een verordening die uitvoering geeft aan een
VN-resolutie geen immuniteit van jurisdictie geniet. De
plaatsing van een persoon op een sanctielijst wordt daarom
volledig getoetst aan de grondrechten die behoren
tot de algemene beginselen van Unierecht. In zijn arrest
van 18 juli 2013 heeft het Hof van Justitie richtlijnen
voor die toetsing geformuleerd. De toekomstige discussie
zal zich vooral toespitsen op de vraag hoe specifiek
de uiteenzetting van redenen moet zijn die aan de plaatsing
op een sanctielijst ten grondslag ligt en op de vraag
hoe met informatie moet worden omgegaan die voor de
betrokken persoon of entiteit geheim wordt gehouden.
zijn lijn dat een verordening die uitvoering geeft aan een
VN-resolutie geen immuniteit van jurisdictie geniet. De
plaatsing van een persoon op een sanctielijst wordt daarom
volledig getoetst aan de grondrechten die behoren
tot de algemene beginselen van Unierecht. In zijn arrest
van 18 juli 2013 heeft het Hof van Justitie richtlijnen
voor die toetsing geformuleerd. De toekomstige discussie
zal zich vooral toespitsen op de vraag hoe specifiek
de uiteenzetting van redenen moet zijn die aan de plaatsing
op een sanctielijst ten grondslag ligt en op de vraag
hoe met informatie moet worden omgegaan die voor de
betrokken persoon of entiteit geheim wordt gehouden.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 116-122 |
Number of pages | 7 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Europees recht |
Volume | 2014 |
Issue number | 4 |
Publication status | Published - 2014 |