Abstract
De parodie-exceptie in de rechtspraktijk 1 M. de Cock Buning, 'De Parodie-exceptie nader beschouwd', N. van Lingen, 'De parodie in het perspectief van de rechter', in: F.W. Grosheide (red.), Parodie, Den Haag: BJu 2006, p. 103-119, p. 173-178. erven van Margaret Mitchell hebben geprobeerd het boek te laten verbieden. Tevergeefs; de Amerikaanse rechter heeft het boek als parodie toelaatbaar geacht, ook al is het – naar ons idee – helemaal geen grappig boek. Gezien de nadruk op het fundamentele recht van de vrijheid van menings-uiting, in welk kader de parodie door het Hof van Justitie wordt geplaatst, zal waarschijnlijk dit boek ook niet in Europa als inbreukmakend op het originele werk kunnen worden verboden, hoewel ook het Hof van Justitie ervan uitgaat dat een parodie in beginsel grappig moet zijn. 18 Zou ook Tanja Grotter en de magische contrabas, door de Russi-sche schrijver Jemets gepresenteerd als parodie op de Harry Potter-reeks, ondanks een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam op grond waarvan het boek niet in Nederland mocht worden uitgegeven, nu voor publicatie in aanmer-king komen? 19 Wij denken van niet. De Tanja Grotter-serie is veeleer een commercieel meeliften op de populariteit van de Harry Potter-boeken dan een parodie of een pastiche. Daarentegen zullen Asterix en de Kerncentrales en Olivier B. Bommel in Nicaragua 20 met hun duidelijk politieke strekking op grond van het arrest van het Hof van 3 september 2014 een goede kans maken op grond van de parodie-exceptie voor bescherming in aanmerking te komen, mocht het ooit nog tot een procedure komen. Dit geldt des te meer nu geen van beide boeken als discriminerend of racistisch zal kunnen worden begrepen.
Original language | English |
---|---|
Pages (from-to) | 190 |
Number of pages | 1 |
Journal | AMI : tijdschrift voor auteurs-, media- & informatierecht |
Issue number | 6 |
Publication status | Published - 2014 |