Abstract
De invulling van het begrip veiligheid is door de tijd heen veranderd, afhankelijk van de afspraken en percepties die domineerden in een bepaalde plaats en tijd. Dit is ook de reden dat veiligheidsbeleid bij vergelijkbare dreigingen en risico’s, in verschillende landen en tijdsperiodes, totaal verschillende vormen aan kan nemen. Waar veiligheid zich in vroegere tijden nog voornamelijk op militair, territoriaal en criminologisch vlak bevond, breidde dit zich in de jaren ’80 uit naar milieu- en volkgezondheid met de daarbij behorende nieuwe normen en waarden. In onze huidige tijd waarin risico’s op omkomen nog nooit zo klein zijn geweest, wordt de bedreiging hiervan des te sneller ‘gevoeld’. Hierin speelt
de media een grote rol, o.a. via dramatisering en personifiëring van de berichtgeving. Tegelijkertijd is de roep en roeping van de overheid op risicogebied steeds groter geworden. De overheid meent dat ze risico’s kan beteugelen (‘taming of the future’), en dat ze – omdat de burgers dat willen – dat ook moet doen. Opmerkelijk is hier de faciliterende rol van de overheid, aangezien voornamelijk wetenschappers en experts bepalen hoe nieuwe risico’s
gesignaleerd worden en dus wat de nieuwe risico’s zijn. Binnen deze rationele werkwijze blijkt weinig ruimte voor emoties en maatschappelijke onrust, terwijl hier in de samenleving wel grote behoefte aan is en het negeren hiervan in de praktijk grote negatieve consequenties kan hebben.
Om de spanning tussen de wetenschappelijk-beleidsmatige kring en de maatschappelijke onrust (al dan niet vergroot door de media) te verminderen zou een nieuw afwegingskader opgezet moeten worden waarin meer ruimte is voor emoties. Burgers geven aan behoefte te hebben aan risicomanagement waarbij het voorzorgsprincipe en de bescherming van de burger voorop staat (in plaats van welvaart en economie) en waar meer aandacht is voor eerlijkheid, transparantie en rechtvaardigheid. Ook zou het handig zijn als de overheid
zich meer zou verdiepen in de manieren om niveaus van stress en onzekerheid te verlagen (‘coping mechanisms’), zodat zij deze positief kunnen beïnvloeden.
de media een grote rol, o.a. via dramatisering en personifiëring van de berichtgeving. Tegelijkertijd is de roep en roeping van de overheid op risicogebied steeds groter geworden. De overheid meent dat ze risico’s kan beteugelen (‘taming of the future’), en dat ze – omdat de burgers dat willen – dat ook moet doen. Opmerkelijk is hier de faciliterende rol van de overheid, aangezien voornamelijk wetenschappers en experts bepalen hoe nieuwe risico’s
gesignaleerd worden en dus wat de nieuwe risico’s zijn. Binnen deze rationele werkwijze blijkt weinig ruimte voor emoties en maatschappelijke onrust, terwijl hier in de samenleving wel grote behoefte aan is en het negeren hiervan in de praktijk grote negatieve consequenties kan hebben.
Om de spanning tussen de wetenschappelijk-beleidsmatige kring en de maatschappelijke onrust (al dan niet vergroot door de media) te verminderen zou een nieuw afwegingskader opgezet moeten worden waarin meer ruimte is voor emoties. Burgers geven aan behoefte te hebben aan risicomanagement waarbij het voorzorgsprincipe en de bescherming van de burger voorop staat (in plaats van welvaart en economie) en waar meer aandacht is voor eerlijkheid, transparantie en rechtvaardigheid. Ook zou het handig zijn als de overheid
zich meer zou verdiepen in de manieren om niveaus van stress en onzekerheid te verlagen (‘coping mechanisms’), zodat zij deze positief kunnen beïnvloeden.
Original language | Dutch |
---|---|
Title of host publication | Omgaan met omgevingsrisico's en onzekerheden. Hoe doen we dat samen? Essaybundel |
Editors | B.A. de Graaf, A.F.M. Brenninkmeijer, S. Roeser, W.F. Passchier |
Place of Publication | Den Haag |
Publisher | Ministerie van Infrastructuur en Milieu |
Pages | 20-47 |
Publication status | Published - 2013 |