Abstract
Uit de diverse bijdragen in dit themanummer is gebleken dat er in Nederland thans zeker twee en wellicht zelfs drie maatstaven worden gehanteerd voor de staatsaansprakelijkheid wegens onrechtmatige rechtspraak, de aloude Jan Luyken-maatstaf, de Köbler-maatstaf (voor schendingen van het Unierecht) en wellicht de Greenworld-maatstaf. Dit roept de volgende vraag op: zijn er voor Nederland goede redenen om tot een geharmoniseerde maatstaf voor staatsaansprakelijkheid vanwege onrechtmatige rechtspraak te komen en, zo ja, welke moet dat dan zijn. Deze vraag staat centraal in deze slotbeschouwing. Bij de beantwoording ervan wordt gebruikgemaakt van de andere bijdragen in dit themanummer, maar voegen wij er op onderdelen wel eigen accenten aan toe. De conclusie van de slotbeschouwing is dat Nederland inderdaad zou moeten kiezen voor een geharmoniseerde maatstaf voor alle schendingen van het recht door rechters in laatste aanleg, namelijk de Köbler-maatstaf. Die maatstaf zou dan ook gelden voor schendingen van louter nationaal recht en van internationaal recht, meer in het bijzonder het EVRM.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 35 |
Pages (from-to) | 107-118 |
Number of pages | 11 |
Journal | Overheid en Aansprakelijkheid |
Volume | 2017 |
Issue number | 2 |
Publication status | Published - 2017 |
Keywords
- staatsaansprakelijkheid