Abstract
Met het vereiste dat een bergingsgebied in zowel de legger als het bestemmingsplan moet worden aangewezen is een juridisch labyrint ontstaan voor een gedupeerde die op zoek is naar compensatie. Deze twee elementen zijn het begin van een kluwen van verschillende bevoegdheden en wettelijke kaders. De waterbeheerder is verantwoordelijk voor de opname in de legger krachtens de Waterwet en de gemeente voor opname in het bestemmingsplan krachtens de Wet ruimtelijke ordening. Twee bevoegde gezagen, twee wettelijke kaders en twee schaderegelingen. Deze potentiële onduidelijkheid heeft de wetgever voorzien en getracht op te lossen door middel van de voorrangsregeling van art. 7.16 Wtw. Deze oplossing werkt echter niet afdoende in de praktijk. Er wordt een oplossing aangedragen waarmee de voorrangsregeling beter tot zijn recht kan komen.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 358-366 |
Number of pages | 9 |
Journal | Tijdschrift voor Agrarisch Recht |
Volume | 2015 |
Issue number | 7/8 |
Publication status | Published - Aug 2015 |
Keywords
- Bergingsgebied
- nadeelcompenstatie
- waterrecht
- ruimtelijke ordening
- legger
- bestemmingsplan