Abstract
Scholen in het VO worden voortdurend uitgedaagd om in te spelen op interne en externe ontwikkelingen. Het is daarbij de kunst om flexibel om te gaan met deze ontwikkelingen (bijvoorbeeld politiek, maatschappelijk, technologisch en economisch) in combinatie met het varen van een eigen koers op basis van eigen kernwaarden. Om als VO school goed te blijven presteren is een wendbare en weerbare organisatie nodig: een lenige organisatie. De lenige organisatie heeft een strategie en een beleid op basis van de eigen koers en kernwaarden gericht op het in beweging brengen en in beweging houden van de organisatie en de mensen in de organisatie (leraren, leerlingen, leidinggevenden en ondersteunend personeel). Om in beweging te komen en te blijven is een goed human resource management beleid noodzakelijk, in combinatie met het juiste leiderschap. Om de gewenste medewerker-, organisatie- en maatschappijopbrengsten te realiseren is een professionele leercultuur in de organisatie noodzakelijk waarin medewerkers kunnen (kennis, vaardigheden en competenties), willen (motivatie) en mogen (speelruimte, regelruimte, collectieve autonomie en participatie).
De VO-raad ziet een Professionele Schoolorganisatie (PSO) als:
“...een ondersteunende leer- en werkomgeving, waarbinnen via collectief leren wordt gewerkt aan schoolontwikkeling en professionele ontwikkeling. Scholen zijn daarbij niet alleen een plek waar leerlingen leren, maar ook een plek waar leraren, schoolleiders en bestuurders zich voortdurend ontwikkelen.”
Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en zo kan iedere school in het VO een eigen professionele schoolorganisatie (PSO) bewerkstellingen. Het spreekwoordelijke Rome is echter geen einddoel van PSO maar een richting, waarbij het woord ‘voortdurend’ in bovenstaande definitie verwijst naar het permanente karakter van de benadering, dat wil zeggen iedere dag en voor een langere periode. Naast de hierboven genoemde actoren zoals leraren en schoolleiders speelt de VO Raad een belangrijke rol bij de vormgeving van PSO in de sector. Door het zichtbaar maken van ‘good practices’, het creëren van verbinding tussen scholen (en verbindingen in scholen zelf) en stimuleren van leiderschap. Er valt enorm veel te leren van elkaar op het vlak van PSO. Dat geldt voor leren in de school zelf en leren tussen verschillende scholen. De bestaande initiatieven (bijvoorbeeld Leergang SHRM voor schoolbestuurders, collegiale visitatie, VO2020 Tour en deelname aan de Spiegel Personeel en School) sluiten hier goed op aan.
De VO-raad ziet een Professionele Schoolorganisatie (PSO) als:
“...een ondersteunende leer- en werkomgeving, waarbinnen via collectief leren wordt gewerkt aan schoolontwikkeling en professionele ontwikkeling. Scholen zijn daarbij niet alleen een plek waar leerlingen leren, maar ook een plek waar leraren, schoolleiders en bestuurders zich voortdurend ontwikkelen.”
Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden en zo kan iedere school in het VO een eigen professionele schoolorganisatie (PSO) bewerkstellingen. Het spreekwoordelijke Rome is echter geen einddoel van PSO maar een richting, waarbij het woord ‘voortdurend’ in bovenstaande definitie verwijst naar het permanente karakter van de benadering, dat wil zeggen iedere dag en voor een langere periode. Naast de hierboven genoemde actoren zoals leraren en schoolleiders speelt de VO Raad een belangrijke rol bij de vormgeving van PSO in de sector. Door het zichtbaar maken van ‘good practices’, het creëren van verbinding tussen scholen (en verbindingen in scholen zelf) en stimuleren van leiderschap. Er valt enorm veel te leren van elkaar op het vlak van PSO. Dat geldt voor leren in de school zelf en leren tussen verschillende scholen. De bestaande initiatieven (bijvoorbeeld Leergang SHRM voor schoolbestuurders, collegiale visitatie, VO2020 Tour en deelname aan de Spiegel Personeel en School) sluiten hier goed op aan.
Original language | English |
---|---|
Publisher | Universiteit Utrecht |
Number of pages | 27 |
Publication status | Published - 2017 |