Abstract
Dit proefschrift handelt over de interpretatie van betrekkelijke bijzinnen, zoals in De politieagent die de dief neerschoot (wie schoot?). Het is gebaseerd op een groot aantal experimenten waarin deelnemers zinnen te lezen kregen en hun leestijden en oogbewegingen gemeten werden. Het bleek dat de interpretatie van betrekkelijke bijzinnen wordt bepaald door de betekenis van de woorden in de zin en door de vraag wie (de politieagent of de dief) in het verhaal centraal staat. De lezer gaat er duidelijk niet altijd van uit dat de het woord waar de bijzin bij hoort (in het voorbeeld de politieagent) het onderwerp van die bijzin is. Dit resultaat weerspreekt gangbare theorieën die ervan uitgaan dat de lezer een zin ontleedt voordat hij de betekenis ervan bepaalt.
Original language | English |
---|---|
Awarding Institution |
|
Supervisors/Advisors |
|
Award date | 28 Mar 2001 |
Place of Publication | [S.l.] |
Publisher | |
Print ISBNs | 9789090145907, 9090145907 |
Publication status | Published - 28 Mar 2001 |
Bibliographical note
Met lit. opg. - Met samenvatting in het NederlandsKeywords
- Psycholinguïstiek
- Grammatica
- Lezen
- Betrekkelijke bijzinnen
- Nederlands
- Cognitieve processen