Abstract
Differentiaaldiagnostiek en de behandeling van spraakontwikkelingsstoornissen (SOS) bij kinderen vormt een van de grote vraagstukken binnen het veld van de spraak-taalpathologie. Het doel van het huidige onderzoek was het ontwerpen en evalueren van een leertaak die inzicht geeft in de werking van verschillende (deel-)processen die betrokken zijn bij de verwerving van spraakklanken. Zes normaal ontwikkelende kinderen (leeftijd 4,8-7,8 jaar) en vijf kinderen met SOS (leeftijd 4,3-7,5 jaar) participeerden in een experiment dat bestond uit het aanleren van nieuwe spraakeenheden die niet behoren tot de moedertaal ([g], [ʃ], en het consonantencluster /ml/) in vijf verschillende condities van herhaling en variatie. Statistische analyse toonde een leereffect en een groepseffect, maar geen interactie tussen groep en leervermogen. De uitkomsten benadrukken de rol van prosodie bij het leren van spraakklanken en suggereren het bestaan van een wisselwerking tussen segmenteel en suprasegmenteel niveau met betrekking tot de accuraatheid van de aangeleerde spraakeenheden. Gedetailleerde analyse van de individuele data van de klinische groep wijst verder uit dat de onderliggende spraakprofielen sterk variëren. De bevindingen laten zien dat het analyseren van de processen betrokken bij acquisitie van spraakeenheden bijdraagt aan de diagnostiek van SOS en aanknopingspunten biedt voor therapeutische doeleinden.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 216-237 |
Journal | Stem- Spraak- & Taalpathologie |
Volume | 20 |
Publication status | Published - 2015 |