Abstract
De ‘Wet prejudiciële vragen aan de Hoge Raad’ maakt het voor de feitenrechter mogelijk om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. In het onderhavige empirische onderzoek stond de rol van die feitenrechter centraal: zou de feitenrechter tijdig herkennen dat zich de mogelijkheid van een prejudiciële vraag aandient, zou deze vervolgens op de juiste wijze de juiste vraag stellen en zou deze tevens bereid zijn de vraag te stellen? De belangrijkste les is dat het succes of falen van de nieuwe wet staat of valt met hoe de Hoge Raad als ‘leidinggevende’ de handschoen oppakt.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 1-16 |
Number of pages | 16 |
Journal | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging |
Volume | 2013 |
Issue number | 1 |
Publication status | Published - 2013 |