Abstract
In 1900 sprak Ellen Key de hoop uit dat in de voor haar liggende 20e eeuw heel veel maatschappelijke aandacht naar kinderen zou gaan. Barnets århundrade: een eeuw van het kind. In ons land kondigde deze eeuw van het kind zich meteen duidelijk aan met de introductie van de leerplicht en de aanvaarding van de kinderwetten in 1901.
Vooralsnog ziet het er niet naar uit dat de 21e eeuw het predikaat ‘tweede eeuw van het kind’ zal gaan krijgen. Kijk bijvoorbeeld naar zoiets elementairs als onze stedebouwkundige omgeving. Scholen, speelpleinen en kindvriendelijke ideeën zijn daarin volstrekt marginaal en sluitpost op de begroting. Of kijk naar het jeugdstrafrecht, het terrein waar ik me de afgelopen 15 jaar vooral mee heb bezig gehouden en dat direct te maken heeft met ons onderwerp, de kinderbescherming. U zult overigens merken dat ik de termen kinder- en jeugdbescherming door elkaar gebruik.
Er wordt niet getornd aan de pedagogische inzet van ons jeugdstrafrecht, maar toch zien we de laatste jaren dat op belangrijke punten onvoldoende recht wordt gedaan aan de aparte status van jeugdigen in het strafrecht. Denk bijvoorbeeld aan de afname en opslag van DNA. Het is verontrustend dat hierbij geen rekening wordt gehouden met de leeftijd van de betrokkenen. Of denk aan het recente kabinetsvoorstel voor een ‘adolescentenstrafrecht’. Aan de ene kant valt de aandacht die daarin wordt geschonken aan jongvolwassen delinquenten zonder meer toe te juichen; aan de andere kant lijkt het voorstel ook in te houden dat zelfs nog makkelijker dan voorheen het hele arsenaal aan sancties uit het gewone strafrecht kan worden ingezet bij de berechting van 16- en 17-jarigen. Dat is op principiele gronden aanvechtbaar, maar er is ook geen goede reden voor. Het aantal jeugdige daders neemt immers niet toe maar af.
Original language | Dutch |
---|---|
Place of Publication | Utrecht |
Publisher | Utrecht University |
Number of pages | 17 |
Publication status | Published - 20 Jan 2012 |