Abstract
De Motie Dijksma (november 2011) heeft geresulteerd in een Voorontwerp (juli 2014) en een Wetsvoorstel (november 2016) tot collectieve schadevergoedingsactie. Het doel: efficiënte en effectieve schadevergoeding bij inbreuk op consumentenrechten en/of overtredingen op het gebied van het mededingingsrecht. In hoeverre voldoet het Wetsvoorstel aan deze doelstelling?
Het oude regime – waarbij (kort gezegd) een 305a-organisatie een verklaring voor recht kan vorderen dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van de achterban en op basis daarvan een schikking probeert te bereiken – wordt verlaten. In de geheel nieuwe voorgestelde collectieve schadevergoedingsactie wijst de rechter allereerst een Exclusieve Belangenbehartiger (“EB”) aan. Hierna kunnen gedupeerden opt-outen. Deze opt-outers moeten individueel verder procederen; hun procedures worden met ten minste twaalf maanden geschorst. Bij tussenbeslissing stelt de rechter de precieze inhoud van de vordering van de EB en de nauw omschreven groep vast waarvoor de EB in de procedure moet optreden. Eiser en gedaagde moeten een schikking beproeven. De rechter kan hun bevelen de schikkingsvoorstellen te overleggen. Zo nodig stelt hij een collectieve schadevergoedingsregeling vast.
Bij het Wetsvoorstel plaatsen wij enkele kanttekeningen. Idealiter dient een collectieve schadevergoedingsactie als stok achter de deur. Pas na een verklaring voor recht staat vast dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld. De collectieve schadevergoedingsactie dient om individueel schadeverhaal te voorkomen. Het Wetsvoorstel gaat verder en kanaliseert de belangen van alle gedupeerden in één procedure. Deelschikkingen voor een beperkt deel van de gedupeerden zijn daarmee onmogelijk. Nadat de EB en de gedaagde een schikking hebben bereikt die de rechter verbindend verklaard, hebben de gedupeerden geen mogelijkheid tot opt-out. De EB moet naast het deelbelang van haar eigen achterban de belangen van alle gedupeerden behartigen. Geschillen met haar eigen achterban en/of de (achterban van de) overige betrokken 305a-organisaties (die niet zijn aangewezen als EB) zijn niet ondenkbaar. Misschien is het beter te volstaan met het huidige flexibele regime?
Het oude regime – waarbij (kort gezegd) een 305a-organisatie een verklaring voor recht kan vorderen dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van de achterban en op basis daarvan een schikking probeert te bereiken – wordt verlaten. In de geheel nieuwe voorgestelde collectieve schadevergoedingsactie wijst de rechter allereerst een Exclusieve Belangenbehartiger (“EB”) aan. Hierna kunnen gedupeerden opt-outen. Deze opt-outers moeten individueel verder procederen; hun procedures worden met ten minste twaalf maanden geschorst. Bij tussenbeslissing stelt de rechter de precieze inhoud van de vordering van de EB en de nauw omschreven groep vast waarvoor de EB in de procedure moet optreden. Eiser en gedaagde moeten een schikking beproeven. De rechter kan hun bevelen de schikkingsvoorstellen te overleggen. Zo nodig stelt hij een collectieve schadevergoedingsregeling vast.
Bij het Wetsvoorstel plaatsen wij enkele kanttekeningen. Idealiter dient een collectieve schadevergoedingsactie als stok achter de deur. Pas na een verklaring voor recht staat vast dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld. De collectieve schadevergoedingsactie dient om individueel schadeverhaal te voorkomen. Het Wetsvoorstel gaat verder en kanaliseert de belangen van alle gedupeerden in één procedure. Deelschikkingen voor een beperkt deel van de gedupeerden zijn daarmee onmogelijk. Nadat de EB en de gedaagde een schikking hebben bereikt die de rechter verbindend verklaard, hebben de gedupeerden geen mogelijkheid tot opt-out. De EB moet naast het deelbelang van haar eigen achterban de belangen van alle gedupeerden behartigen. Geschillen met haar eigen achterban en/of de (achterban van de) overige betrokken 305a-organisaties (die niet zijn aangewezen als EB) zijn niet ondenkbaar. Misschien is het beter te volstaan met het huidige flexibele regime?
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 86 |
Pages (from-to) | 485-493 |
Journal | Ondernemingsrecht |
Volume | 2017 |
Issue number | 10/11 |
Publication status | Published - 27 Jul 2017 |
Externally published | Yes |