Abstract
Op 8 juli 2019 werd op het Noordzeestrand van Texel, bij de Koog, een dode dwergvinvis (Balaenoptera acutorostrata) aangetroffen. De minister van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is verantwoordelijk voor de invulling van internationale verplichtingen en afspraken omtrent de biodiversiteit en de bescherming van in het wild levende bedreigde diersoorten. Vanuit die verantwoordelijkheid is er door het Ministerie van LNV een onderzoeksopdracht uitbesteed naar de doodsoorzaak van deze walvis. Dergelijk onderzoek vindt in Nederland sinds 2008 plaats bij de divisie Pathologie van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht met als hoofddoel het vaststellen van doodsoorzaken en hierbinnen het onderscheid tussen natuurlijke en antropogene oorzaken. Daarnaast worden weefsels verzameld waarmee aanvullende onderzoeken kunnen worden uitgevoerd. Hieronder valt onder andere onderzoek naar dieet, wat wordt uitgevoerd door Wageningen Marine Research (WMR).
De dwergvinvis was een juveniel vrouwelijk dier in slechte voedingstoestand, welke wel recent gegeten had. Het dier had een groot onderhuids hematoom en bloedingen tot diep in de rugspier, wat past bij ernstig stomp trauma. Daarnaast werd een zeer afwijkende wervelkolom aangetroffen, met een kenmerkende S-vorm, ook wel scoliose genoemd. De meest waarschijnlijke doodsoorzaak van de dwergvinvis was ernstig trauma, bijvoorbeeld door een aanvaring. Echter, het trauma waaraan het dier uiteindelijk is overleden was niet gerelateerd aan het trauma wat de afwijkingen aan de rug veroorzaakte. Het is wel aannemelijk dat de afwijkingen in de wervels tot moeilijkheden met zwemmen hadden geleid, wat wellicht de kans om boten of andere objecten niet te kunnen vermijden vergrootte.
De mogelijkheid van het uitvoeren van autopsies en aanvullende onderzoeken op dode walvisachtigen in de toekomst zal ons meer inzicht geven in de doodsoorzaken van deze dieren en tegelijkertijd waardevolle informatie over de populatie, hun gezondheidsstatus en hun leefgebied opleveren. In dit geval zal deze dwergvinvis zelfs bijdragen aan de kennis in de humane medische wetenschap ten behoeve van het ontstaan van scoliose. Daarnaast biedt het onderzoek aan aangevaren (of gestrande, vermoedelijk aangevaren) walvissen inzicht in deze door menselijk geïnduceerde sterfte.
De dwergvinvis was een juveniel vrouwelijk dier in slechte voedingstoestand, welke wel recent gegeten had. Het dier had een groot onderhuids hematoom en bloedingen tot diep in de rugspier, wat past bij ernstig stomp trauma. Daarnaast werd een zeer afwijkende wervelkolom aangetroffen, met een kenmerkende S-vorm, ook wel scoliose genoemd. De meest waarschijnlijke doodsoorzaak van de dwergvinvis was ernstig trauma, bijvoorbeeld door een aanvaring. Echter, het trauma waaraan het dier uiteindelijk is overleden was niet gerelateerd aan het trauma wat de afwijkingen aan de rug veroorzaakte. Het is wel aannemelijk dat de afwijkingen in de wervels tot moeilijkheden met zwemmen hadden geleid, wat wellicht de kans om boten of andere objecten niet te kunnen vermijden vergrootte.
De mogelijkheid van het uitvoeren van autopsies en aanvullende onderzoeken op dode walvisachtigen in de toekomst zal ons meer inzicht geven in de doodsoorzaken van deze dieren en tegelijkertijd waardevolle informatie over de populatie, hun gezondheidsstatus en hun leefgebied opleveren. In dit geval zal deze dwergvinvis zelfs bijdragen aan de kennis in de humane medische wetenschap ten behoeve van het ontstaan van scoliose. Daarnaast biedt het onderzoek aan aangevaren (of gestrande, vermoedelijk aangevaren) walvissen inzicht in deze door menselijk geïnduceerde sterfte.
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | Utrecht University |
Number of pages | 10 |
Publication status | Published - Feb 2020 |
Keywords
- stranding
- postmortaal onderzoek
- autopsie
- walvissen
- Noordzee
- dieet