Abstract
Niet alleen eigenaren verhuren hun woning via Airbnb, ook huurders van woningen doen dat. Op dat moment is sprake van onderverhuur. Zonder toestemming van de eigenaar/hoofdverhuurder is onderverhuur in het algemeen zowel wettelijk als contractueel verboden. De vraag die in deze bijdrage centraal staat is hoe deze ‘nieuwe’ vorm van onderverhuur door de rechter behandeld wordt. Naast ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning liggen ook andere remedies klaar voor de hoofdverhuurder. Zowel het vorderen van afdracht van de door de onderverhuurder genoten winst als het aanspraak maken op een boete uit een in de overeenkomst opgenomen boeteclausule kan echter stuiten op een aantal juridische en praktische bezwaren.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 151-159 |
Number of pages | 8 |
Journal | Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken |
Volume | 2016 |
Issue number | 4 |
Publication status | Published - 2016 |