Abstract
Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum heeft appellante onder meer aangeschreven om brandwerende bekleding aan te brengen tegen de binnenzijde van de kap van de panden alsmede om de loden waterleidingen binnen de panden te vervangen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, volgt uit art. 4 van de Woningwet en de geschiedenis van totstandkoming van deze bepaling en de Nota van Toelichting bij het Bouwbesluit 2003 dat op het verbouwen van een bouwwerk in beginsel de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit van toepassing zijn. Deze eisen gelden ten aanzien van dat gedeelte van het bouwwerk dat wordt verbouwd. In dit geval dient het noodzakelijk geachte aanbrengen van brandwerende bekleding aan het dak als bouwen te worden aangemerkt en heeft het dagelijks bestuur bij de aanschrijving mogen gelasten dat dat overeenkomstig de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit gebeurt. Niet in geschil is dat het Bouwbesluit geen grondslag biedt voor het aanschrijven tot het vervangen van de loden leidingen. Art. 14 van de Woningwet biedt, mede gelet op de toelichting daarop, echter ook de bevoegdheid tot aanschrijving tot het treffen van voorzieningen die uit anderen hoofde dan op grond van het Bouwbesluit noodzakelijk zijn. Dat een gezondheidsrisico op dit moment vervanging vergt, heeft het dagelijks bestuur niet nader toegelicht. Uit het dossier is niet gebleken dat het dagelijks bestuur ten aanzien van loden waterleidingen het beleid voert dat in geval van ingrijpende renovaties tot vervanging van loden leidingen wordt aangeschreven. Het dagelijks bestuur heeft dan ook niet aangetoond dat het vervangen van de loden waterleidingen noodzakelijk is. De aanschrijving wordt derhalve op dit punt niet gedragen door de motivering die daaraan ten grondslag ligt en de handhaving ervan in bezwaar evenmin.
Original language | English |
---|---|
Publication status | Published - 2009 |
Externally published | Yes |