Niet-vloeiendheden in taalproductie van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis van 8-9-10 jaar

Niet-vloeiendheden zijn een normaal verschijnsel in lopende spraak van kinderen en volwassenen . We laten stiltes vallen, vullen deze pauzes met uh/uhm, herhalen woorden en zinsdelen en repareren onze uitingen (revisies). Deze niet-vloeiendheden weerspiegelen moeite met zinsformulering en bieden de spreker meer tijd voor het plannen van uitingen. Ook wordt verondersteld dat niet-vloeiendheden een functie hebben in de communicatie.
Volgens een aantal studies zijn kinderen met TOS onvloeiender dan kinderen met een normale taalontwikkeling. In dit longitudinale onderzoek is de vloeiendheid van 30 kinderen met TOS geanalyseerd in narratieven (TAK Verteltaken. De kinderen met TOS zijn vergeleken met twee controlegroepen van elk 30 kinderen met een normale taalontwikkeling, gematcht op kalenderleeftijd (KL) en taalleeftijd (TL). Er is gekeken naar de frequenties van onvloeiendheden, de verschillende types en de syntactische positie binnen de zin.
De kinderen met TOS zijn onvloeiender dan beide controlegroepen , maar lijken meer op de TL controlegroep dan de KL controlegroep. Met het toenemen van de leeftijd veranderen de profielen van niet-vloeiendheden maar beperk in de drie groepen. Onvloeiendheid lijkt meer gerelateerd aan het taalniveau dan aan de kalenderleeftijd. Vergeleken met de controlegroepen produceerde de TOS groep meer niet-vloeiendheden voor een los woord (ze botsen tegen de dikke ..uh…boom). Behalve problemen met zinsformulering lijkt ook moeite met het ophalen van woorden bij te dragen aan de onvloeiendheid van kinderen met een TOS. Een analyse van niet-vloeiendheden bij kinderen met TOS kan mogelijk een bijdrage leveren aan de diagnostiek en de evaluatie van het effect van interventie.