Abstract
Nieuwe neurotechnologieën werpen fundamentele vragen op voor het recht. Grofweg zijn twee typen technologieën te onderscheiden: enerzijds technieken die informatie uit het brein halen en anderzijds technieken die het brein veranderen. Bieden fundamentele rechten zoals vastgelegd in het EVRM en de Grondwet voldoende houvast en ruimte om het gebruik van deze technologieën in de hand te houden of moeten nieuwe rechten worden geformuleerd? In internationale literatuur wordt al enkele jaren gediscussieerd over de vraag of traditionele rechten en vrijheden voldoende bescherming bieden tegen deze opkomende technologieën die kunnen ingrijpen in ons ‘mentale leven’. Verschillende landen staan inmiddels op het punt van daadwerkelijke erkenning van specifieke neurorechten in hun nationale constitutie, maar in Nederland is er vooralsnog weinig aandacht voor deze belangrijke rechtsontwikkeling. Deze bijdrage beoogt die discussie te stimuleren en te verbreden door te onderstrepen dat naast de wetenschap input van de politiek – op het gebied van rechtsbescherming – inmiddels ook van belang is.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 1575 |
Pages (from-to) | 1790-1797 |
Number of pages | 8 |
Journal | Nederlands juristenblad |
Volume | 2021 |
Issue number | 22 |
Publication status | Published - 2 Jun 2021 |