Abstract
In de afgelopen jaren werden vanuit landelijke medisch
microbiologische laboratoria wisselende resistentiecijfers
van Campylobacter jejuni en Campylobacter coli voor
erytromycine gerapporteerd. Om de oorzaak hiervan te
onderzoeken werden aanvullende onderzoeken verricht.
Allereerst werden de resultaten van de fenotypische
identificatie van deelnemende laboratoria vergeleken met
moleculaire identificatie. Van de landelijke isolaten bleek
92 procent correct fenotypisch geïdentificeerd. Vervolgens
werd de gevoeligheidsbepaling herhaald met een microbouillonverdunningsmethode. Daaruit bleek dat er sprake
was van een discrepantie wat betreft erytromycinegevoeligheid bij 9 procent en wat betreft ciprofloxacinegevoeligheid bij 7 procent van de isolaten. In een enquête werd
gevraagd naar de methoden voor isolatie, identificatie en
gevoeligheidsbepaling van campylobacters. De meeste
laboratoria gebruikten adequate selectieve kweekmedia
voor de isolatie van C. jejuni en C. coli. De diskdiffusiemethode werd breed toegepast als gevoeligheidsbepaling. Bij gebrek aan interpretatiecriteria varieerden de
gebruikte afkapwaarden voor de zonediameters echter
sterk. Hierdoor blijft het onduidelijk of de resistentiecijfers van erytromycine in campylobacters wel met de
juiste methoden en afkapwaarden zijn vastgesteld. In
afwachting van validatie van de diskdiffusiemethode en
de te gebruiken interpretatiecriteria, is het gebruik van
minimum inhiberende concentratie- (MIC-)bepalingen en
cut-offwaarden het beste alternatief.
microbiologische laboratoria wisselende resistentiecijfers
van Campylobacter jejuni en Campylobacter coli voor
erytromycine gerapporteerd. Om de oorzaak hiervan te
onderzoeken werden aanvullende onderzoeken verricht.
Allereerst werden de resultaten van de fenotypische
identificatie van deelnemende laboratoria vergeleken met
moleculaire identificatie. Van de landelijke isolaten bleek
92 procent correct fenotypisch geïdentificeerd. Vervolgens
werd de gevoeligheidsbepaling herhaald met een microbouillonverdunningsmethode. Daaruit bleek dat er sprake
was van een discrepantie wat betreft erytromycinegevoeligheid bij 9 procent en wat betreft ciprofloxacinegevoeligheid bij 7 procent van de isolaten. In een enquête werd
gevraagd naar de methoden voor isolatie, identificatie en
gevoeligheidsbepaling van campylobacters. De meeste
laboratoria gebruikten adequate selectieve kweekmedia
voor de isolatie van C. jejuni en C. coli. De diskdiffusiemethode werd breed toegepast als gevoeligheidsbepaling. Bij gebrek aan interpretatiecriteria varieerden de
gebruikte afkapwaarden voor de zonediameters echter
sterk. Hierdoor blijft het onduidelijk of de resistentiecijfers van erytromycine in campylobacters wel met de
juiste methoden en afkapwaarden zijn vastgesteld. In
afwachting van validatie van de diskdiffusiemethode en
de te gebruiken interpretatiecriteria, is het gebruik van
minimum inhiberende concentratie- (MIC-)bepalingen en
cut-offwaarden het beste alternatief.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 6-12 |
Number of pages | 7 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Medische Microbiologie |
Volume | 17 |
Publication status | Published - 2009 |
Keywords
- Campylobacter spp.
- identificatie
- gevoeligheidsbepaling
- erytromycine