Meta-analyse van directe en indirecte associaties met ouderlijke conflicten, opvoedingsgedrag en psychosociale problemen van kinderen na een scheiding

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Wereldwijd maken veel kinderen de scheiding van hun ouders mee. Deze kinderen hebben een verhoogde kans op psychische problemen – op korte en langere termijn – ten opzichte van kinderen van wie de ouders nog bij elkaar zijn. Het doel van deze meta-analyse is om, op basis van eerder gepubliceerde studies, gezinsprocessen te identificeren die het functioneren van kinderen na een scheiding kunnen verklaren. Zowel directe als indirecte (mediatie-)effecten tussen ouderlijke conflicten, opvoedingsgedragingen en psychosociaal functioneren van kinderen zijn onderzocht.
Methode. Na een systematische zoekopdracht naar wetenschappelijke artikelen die vóór oktober 2019 zijn gepubliceerd, werden 2.257 correlaties van 115 steekproeven met in totaal N = 24.854 gescheiden gezinnen geanalyseerd.
Resultaten en conclusies. Er werden overwegend significante, kleine correlaties gevonden voor de directe relaties tussen ouderlijke conflicten, verschillende opvoedingsdimensies en psychosociaal functioneren van kinderen. Ook bleek dat ouderlijke steun, vijandigheid, structuur, intrusieve controle en rolvervaging een deel van de relatie tussen ouderlijke conflicten en internaliserende en externaliserende problemen van kinderen na scheiding verklaren. De kwaliteit van de ouder-kindrelatie en de ouder-kindconflicten waren geen significante mediatoren. Tot slot suggereerden de bevindingen een sterkere impact van negatieve versus positieve opvoedingsdimensies, en bleek rolvervaging in het bijzonder een risico van ouderlijke conflicten na een scheiding.
Klinische implicaties. Dit artikel informeert kinder- en jeugdpsychotherapeuten en andere professionals over drie belangrijke implicaties: 1) het doorwerken van ouderlijke conflicten na scheiding in het ouder-kindsysteem, dat vervolgens gerelateerd is aan het psychosociaal functioneren van kinderen; 2) een hoge mate van negatieve opvoedingsgedragingen heeft een grotere impact dan een lage mate van positieve opvoedingsgedragingen, (‘bad is stronger than good’) en 3) het betrekken van kinderen bij ruzies en kinderen in een ouderrol plaatsen vormen een risico, met name bij een hoge mate van ouderlijke conflicten.
Gescheiden gezinnen zouden gebaat zijn bij een aanpak die voorkomen en verminderen van conflicten combineert met expliciete verbetering van opvoedingsvaardigheden.
Original languageDutch
Pages (from-to)218-252
JournalKinder en jeugdpsychotherapie
Volume47
Issue number2
Publication statusPublished - 2020

Cite this