Lepatospirose bij honden: een risico voor de mens?

S.J.M.M. Lenaers, J.L.A. Hautvast, R.A. Hartskeerl, D.J. Houwers, J.A. Wagenaar, H.P.J. Stinis, W.L.M. Ruijs

    Research output: Contribution to journalArticleProfessional

    Abstract

    In Nederland worden jaarlijks gemiddeld
    30 gevallen van leptospirose bij de mens vastgesteld en ongeveer
    10 gevallen bij honden. Transmissie van hond naar mens is slechts
    zelden beschreven. Mensen kunnen echter geïnfecteerd worden als zij
    met met leptospiren besmette urine, bloed of weefsels van de hond in
    aanraking komen. In de praktijk roept dit daarom incidenteel vragen
    op voor dierenarts, GGD-arts of huisarts. Transmissie kan worden
    voorkomen door het nemen van hygiënemaatregelen en door profylaxe.
    Bij normale dagelijkse verzorging van een hond met leptospirose is
    postexpositieprofylaxe in principe niet nodig. Wel is het van belang om
    gedurende 4 weken alert te zijn op mogelijke symptomen van leptospirose, met name koorts en/of griepachtige verschijnselen, en als deze zich
    voordoen, direct gericht te behandelen. Bij personen met een verhoogd
    risico op ernstig beloop, zoals zwangeren en immuungecompromitteerden, dient men na contact met een hond leptospiroseprofylaxe te overwegen. In het geval van accidenten met een duidelijke blootstelling aan
    aanzienlijke hoeveelheden besmette urine, bloed of weefsels van de
    hond, geldt dat voor iedereen.
    Original languageDutch
    Pages (from-to)229-233
    JournalInfectieziekten-bulletin
    Volume19
    Issue number7
    Publication statusPublished - 2008

    Cite this