Abstract
Management summary
Er is veel enthousiasme voor de ontwikkeling van honoursonderwijs
Honoursonderwijs is snel in omvang toegenomen in het WO en (recent) ook in het HBO. De innoverende kwaliteiten brengen veel enthousiasme teweeg bij de betrokkenen studenten, docenten en onderwijsleiding.
Honours is ‘anders, niet meer van hetzelfde’
Honours is anders door meer diepgang, interactiviteit, samenwerkend leren, uitdaging, ontdekkend leren, reflectie, eigen initiatief en interesse, zelfstandigheid en soms competitie. Het contact student-docent is essentieel gezien voor het inspirerende karakter. Studeren met zeer gemotiveerde medestudenten is een belangrijke stimulans.
De honoursdocent functioneert ook als voorbeeld voor wetenschap en collegialiteit. Honoursonderwijs is vooral ánder onderwijs met accent op een hogere complexiteit van de stof.
Modellen voor honoursprogramma’s
Het drie window model biedt een referentiekader waarbij de beschreven vier cases van (universitair) honoursonderwijs illustraties vormen. Deze programma’s kunnen een modelfunctie hebben. De overzichten, uitspraken op basis van ervaring en voorbeelden van ‘good practice’ kunnen nuttig zijn bij het opzetten van nieuwe programma’s.
Afstemming (matching) student-opleiding bij de toelating én tijdens het programma
Matching van student en honoursprogramma gebeurt bij de selectie en tijdens het programma. Evaluaties en persoonlijke feedback spelen een duidelijke rol om een geschikt honoursprogramma te ontwikkelen en studieactiviteiten af te stemmen op de beoogde talentontwikkeling.
Diversiteit aan honoursprogramma’s
Er is een zeer grote diversiteit aan honoursprogramma’s. Niet één honoursprogramma is volledig vergelijkbaar met een ander. Er zijn verschillende manieren om deze programma’s inhoud en vorm te geven. Ze veranderen ook regelmatig inhoudelijk en organisatorisch, er is sprake van een dynamische ontwikkeling. Ook kwaliteitsbewaking van dit onderwijs moet daarom maatwerk zijn.
Succes in honours zichtbaar via een aantal indicatoren
Succes van honoursonderwijs is vooralsnog moeilijk ‘hard’ te meten in termen van succes in wetenschap en beroep; daarvoor zijn de programma’s te nieuw en zijn er ook methodologisch grote obstakels. Uit evaluaties komen ’praktijkindicatoren’ voor de kwaliteit, zoals de perceptie van studenten om uitdagende, moeilijke dingen te doen, hard te werken en goede resultaten te boeken.
Honours als onderdeel van een instellingsbeleid gericht op talentontwikkeling
Bij instellingen voor hoger onderwijs is talentontwikkeling steeds meer onderdeel van het onderwijsbeleid. Dit beleid is o.a. gericht op het ontwikkelen en faciliteren van honoursonderwijs, het ondersteunen van docenten bij de ontwikkeling van initiatieven, en professionalisering van de docenten.
Wensen uit het maatschappelijk en wetenschappelijk veld: IQ maar ook EQ.
In interviews met het werkveld wordt de nadruk gelegd op initiatiefkracht, verandercapaciteit, ambitie en doorzettingsvermogen. Dit kan ‘vertaald’ worden naar een onderwijsomgeving door meer aandacht te vragen voor het matchen van talent in vraaggestuurd onderwijs, stof aanbieden met een grotere complexiteit naast een hogere moeilijkheidsgraad, sociale vaardigheden, diversiteit, interdisciplinariteit, groeipotentieel, emotionele vaardigheden (EQ), parallelle onderzoekslijnen, samenwerken in open netwerken en domeindoorbrekend denken.
Honoursonderwijs als ‘tool for promoting excellence’
De casestudies laten vele signalen zien dat extra talentontwikkeling daadwerkelijk lukt. Juist een groep studenten die veel kan en gemotiveerd is, vindt hier een mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen op een manier die bij hen past. Ze krijgen meer vakinhoudelijk verdieping of verbreding, training in communicatie, samenwerken en leidinggeven, aandacht voor ethiek, mondiaal denken e.d. Deze kwaliteiten zijn zowel in wetenschap én professionele praktijk van belang. Honoursprogramma’s vormen ook een stimulans voor vernieuwing vanwege het niveauverhogend effect op de opleiding of instelling, en geven een versterking van de kerntaak van universiteit en hogeschool: talentontwikkeling, dieper- en verdergaande vorming en excellentie in de professionele praktijk en wetenschap. Honoursprogramma’s zijn voor instellingen ook een laboratorium voor onderwijsinnovatie.
Agenda voor de toekomst
Het honoursonderwijs is een succes. Het onderzoek, dat tot bovenstaande conclusies heeft geleid, vormt de basis voor een agenda voor de toekomst. Deze agenda heeft tot doel excellentie in het onderwijs verder te ontwikkelen, en omvat de volgende actiepunten:
1. Versterking beeldvorming van honoursprogramma’s
Coherente beeldvorming van honoursprogramma’s is cruciaal voor het succes ervan. Dit geldt voor de potentiële deelnemers én voor de werkgevers van deze talentvolle afgestudeerden. De lijst met tien ‘kernpunten van een volledig ontwikkeld honoursprogramma’ kan daarbij uitgangspunt zijn.
Tien kernpunten van een volledig ontwikkeld honoursprogramma
1. Het honoursprogramma heeft een ‘missie statement’ dat uitgangspunt is voor de voorlichting, opzet, uitvoering en kwaliteitszorg van het honoursonderwijs.
2. Selectie van studenten op interesse voor het honoursprogramma, een actieve werkhouding en bovengemiddelde inhoudelijke capaciteiten
3. Docenten die inspireren tot excellente prestaties, een diepgaande discussie stimuleren en een voorbeeldfunctie vervullen voor studenten
4. Didactiek gericht op excellentie met uitdagende opdrachten van een hoog inhoudelijk niveau en divers in vormgeving met een nadruk op ‘ontdekkend leren’
5. Inhoudelijk verdiepend én verbredend programma-aanbod waarbij ook aandacht is voor leiderschaps-, communicatieve en sociale vaardigheden.
6. Waardering voor excellente prestaties en veel ruimte voor nieuwe ideeën en creatieve initiatieven van studenten; facilitering daarvan, vooral als die buiten de gebaande kaders vallen
7. Veel aandacht voor feedback van docenten en medestudenten op individuele talentontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling door het programma heen
8. Studenten stimuleren elkaar ook via teamwerk, honours communities en extra-curriculaire activiteiten
9. Voldoende omvang (minimaal 20% van de opleiding), intensiteit en duur van het honoursprogramma zodat talenten zich echt kunnen ontwikkelen
10. Een organisatie die specifiek het honoursprogramma ondersteunt met voldoende bestuurskracht en middelen en met een grote inbreng van studenten.
2. Honoursonderwijs meer financiële zekerheid geven
Het is dringend noodzakelijk de financiering van honoursonderwijs een structurele plaats te geven in de begrotingen van de instellingen. Tijdelijk is extra financiering noodzakelijk voor verdere ontwikkeling.
3. Honours onderwijs uitbreiden
Bij sommige opleidingen is er nog een reservoir aan talent dat niet via honoursprogramma’s wordt aangeboord. Bij veel opleidingen is er nog geen disciplinair honoursaanbod. Bij de meeste universiteiten is er ook geen universiteitsbreed interdisciplinair aanbod. Soms zijn er te weinig plaatsen beschikbaar of wordt de toegang beperkt door te weinig aandacht voor diversiteit (gender en allochtonen). Een omvangrijker en rijker aanbod is gewenst. De aandacht voor talentontwikkeling moet verder uitgebouwd en versterkt worden.
4. Meer didactische expertise voor honoursprogramma’s nodig
Onderzoek is noodzakelijk naar de effectiviteit van honoursprogramma’s, de kenmerken van succesvolle honoursdocenten en studenten, de sociologische aspecten en de (lange termijn) effecten voor studenten. Dit onderzoek zal ook moeten leiden tot een versterking van de didactische expertise van de docenten in honoursprogramma’s.
5. Aandacht voor de doorgaande lijn van talentontwikkeling van basisonderwijs tot hoger onderwijs
Het is gewenst een lijn te ontwikkelen voor talentontwikkeling van basisonderwijs via middelbaar en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs tot en met hoger onderwijs en daarna. Op die manier zou talentontwikkeling blijvend gestimuleerd kunnen worden tijdens de onderwijsloopbaan van leerlingen en studenten. Aansluitingsproblemen tussen de onderwijssystemen moeten worden aangepakt bijvoorbeeld bij de overgang van voortgezet naar hoger onderwijs. Ook moet er een open systeem wordt gecreëerd waarin ook laatbloeiers een kans krijgen.
6. Optimale kenniscirculatie over honours
Uitwisseling van onderzoeks- en ervaringsgegevens over honoursonderwijs is van vitaal belang om de uitbouw van honoursonderwijs te versterken. Het landelijk Plusnetwerk kan in Nederland eenzelfde nuttige rol vervullen als de National Collegiate Honors Council in de Verenigde Staten.
Original language | Undefined/Unknown |
---|---|
Place of Publication | Utrecht |
Publisher | IVLOS/Universiteit Utrecht |
Commissioning body | Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen |
Number of pages | 131 |
Volume | 82 |
Edition | Mededelingenreeks |
Publication status | Published - 2007 |