Abstract
In Nederland kregen leerlingen in het voortgezet onderwijs tien weken volledig onderwijs op afstand
in verband met het coronavirus (COVID-19) en de bijhorende maatregelen. Tijdens deze unieke
periode hebben wij een onderzoek uitgevoerd onder de ouders van kinderen van twee middelbare
scholen in Brabant. Wij hebben hier in het bijzonder gekeken naar de mate van stress bij ouders, het
welbevinden en de motivatie van hun kinderen en naar de tegemoetkoming aan de basisbehoeften
autonomie, verbondenheid en competentie. In dit rapport ligt de nadruk op de verschillen tussen
kinderen hierin op basis van verschillende kenmerken: sekse, specifieke onderwijsbehoeften en
persoonlijkheidskenmerken, inclusief prikkelgevoeligheid. Ouders konden online een vragenlijst
invullen over hun kind, waarbij naar de ervaringen van henzelf en hun kind werd gevraagd, zowel
tijdens het onderwijs op school als tijdens het afstandsonderwijs.
Uit de resultaten blijkt dat de groepen ouders die meer, minder of evenveel stress ervoeren
ongeveer evenredig verdeeld zijn. De combinatie van (thuis)werken, kinderen die thuis zijn en het
geven van onderwijs zorgden voor meer stress, terwijl meer vrije tijd en minder verplichtingen voor
minder stress zorgen.
Wanneer we naar de leerlingen kijken, zien we dat het welbevinden en vooral de motivatie
lager waren tijdens het afstandsonderwijs. Over het algemeen ervoeren jongens minder motivatie
dan meisjes, maar dit was ook voorafgaand aan de scholensluiting al het geval. Bij leerlingen met een
gedragsprobleem bleef de motivatie gelijk, maar deze was al laag tijdens het onderwijs op school.
Ook werd tijdens het afstandsonderwijs minder tegemoetgekomen aan de basisbehoeften:
verbondenheid met docent en leerling daalden sterk, maar leerlingen ervoeren ook minder
autonomie en competentie. Een belangrijke aanbeveling is om (vooral ook in het afstandsonderwijs)
meer te investeren in de basisbehoeften, waardoor de motivatie van leerlingen mogelijk ook zal
verbeteren
in verband met het coronavirus (COVID-19) en de bijhorende maatregelen. Tijdens deze unieke
periode hebben wij een onderzoek uitgevoerd onder de ouders van kinderen van twee middelbare
scholen in Brabant. Wij hebben hier in het bijzonder gekeken naar de mate van stress bij ouders, het
welbevinden en de motivatie van hun kinderen en naar de tegemoetkoming aan de basisbehoeften
autonomie, verbondenheid en competentie. In dit rapport ligt de nadruk op de verschillen tussen
kinderen hierin op basis van verschillende kenmerken: sekse, specifieke onderwijsbehoeften en
persoonlijkheidskenmerken, inclusief prikkelgevoeligheid. Ouders konden online een vragenlijst
invullen over hun kind, waarbij naar de ervaringen van henzelf en hun kind werd gevraagd, zowel
tijdens het onderwijs op school als tijdens het afstandsonderwijs.
Uit de resultaten blijkt dat de groepen ouders die meer, minder of evenveel stress ervoeren
ongeveer evenredig verdeeld zijn. De combinatie van (thuis)werken, kinderen die thuis zijn en het
geven van onderwijs zorgden voor meer stress, terwijl meer vrije tijd en minder verplichtingen voor
minder stress zorgen.
Wanneer we naar de leerlingen kijken, zien we dat het welbevinden en vooral de motivatie
lager waren tijdens het afstandsonderwijs. Over het algemeen ervoeren jongens minder motivatie
dan meisjes, maar dit was ook voorafgaand aan de scholensluiting al het geval. Bij leerlingen met een
gedragsprobleem bleef de motivatie gelijk, maar deze was al laag tijdens het onderwijs op school.
Ook werd tijdens het afstandsonderwijs minder tegemoetgekomen aan de basisbehoeften:
verbondenheid met docent en leerling daalden sterk, maar leerlingen ervoeren ook minder
autonomie en competentie. Een belangrijke aanbeveling is om (vooral ook in het afstandsonderwijs)
meer te investeren in de basisbehoeften, waardoor de motivatie van leerlingen mogelijk ook zal
verbeteren
Original language | Dutch |
---|---|
Publisher | POINT013 |
Number of pages | 34 |
Publication status | Published - 2020 |