Het Spector-arrest: het weerlegbare vermoeden in een strafrechtelijke en mensenrechtelijke context

Research output: Contribution to journalArticleAcademicpeer-review

Abstract

Het Spector-arrest, waarin prejudiciële vragen van de Belgische rechter worden beantwoord, heeft al heel wat Nederlandse pennen in beweging gebracht. Daar is alle reden toe, want de uitspraak bevat op meerdere fronten interessante materie. Centraal in de uitspraak staat de duiding van het in de richtlijn marktmisbruik opgenomen verbod op handel met voorweten-schap, dat in Nederland is geïmplementeerd in art. 5:56 van de Wet op het financieel toezicht (Wft). De door het Hof van Justitie gekozen invulling van deze verbodsbepaling roept enkele vragen op over de inpassing in het Nederlandse (bestuurs)strafrecht. Daarnaast spelen vraag-stukken over al dan niet beoogde volledige harmonisatie van de richtlijn, de doorwerking van het EVRM en richtlijnconforme interpretatie.
Original languageDutch
Pages (from-to)200-206
Number of pages7
JournalNederlands Tijdschrift voor Europees recht
Volume2010
Issue number6
Publication statusPublished - 2010

Cite this