Het ouderschapsplan en de effecten voor kinderen

Translated title of the contribution: The parenting plan after divorce and the consequences for children

I.E. van der Valk, A.P. Spruijt

Research output: Book/ReportReportProfessional

89 Downloads (Pure)

Abstract

De belangrijkste onderzoeksvraag luidde: Is er sinds de invoering van het verplichte ouderschapsplan in 2009 op de lange(re) termijn sprake van: (a) meer contact tussen ouders en kinderen; (b) minder conflicten tussen de ouders; en (c) minder problemen bij kinderen? Scholieren & Gezinnen Deze vragen zijn onderzocht door middel van de onderzoeksronde 2013 van het project Scholieren en Gezinnen aan de Universiteit Utrecht. In dit onderzoek werden scholieren van 12 tot en met 16 jaar vanaf 2006 jaarlijks schriftelijk ondervraagd over hun ouders en hun eigen problemen en welbevinden. Om de bovengenoemde onderzoeksvraag te beantwoorden zijn twee groepen scholieren geconstrueerd. De ene is een groep scholieren (GROEP II, n = 113) van wie de ouders gescheiden zijn vanaf 2009, het jaar van de invoering van het verplichte ouderschapsplan, tot en met 2013. De andere groep (GROEP I; n =169) is een groep scholieren van wie de ouders gescheiden zijn in de jaren 2004 tot en met 2008. Het antwoord op de drie onderzoeksvragen luidt: (a) Er is sinds 2009 niet meer contact tussen ouders en kinderen. (b) Er zijn sinds 2009 niet minder conflicten tussen de ouders. (c) Er zijn sinds 2009 niet minder problemen bij de kinderen. Nadere analyse laat zien dat er zelfs sprake lijkt te zijn van een omgekeerd verband tussen de groep voor 2009 en de groep vanaf 2009 enerzijds en een aantal variabelen anderzijds. Dat wil zeggen: in de gevallen waarin er een significant verschil gevonden is tussen GROEP I en II, was de aard van dit verschil in omgekeerde richting dan in feite is beoogd met de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. De ouderlijke conflicten zijn in de groep scheidingen vanaf 2009 hoger dan in de groep scheidingen voor 2009, de band met de vader is lager en een aantal problemen bij kinderen, zoals de mate van depressieve gevoelens is hoger. Ten dele hangen deze minder goede uitkomsten natuurlijk samen met het feit dat de scheiding in de groep sinds 2009 (uiteraard) van recentere datum is dan de scheidingen in de groep voor 2009. Deze samenhang tussen de variabele ‘duur sinds scheiding’ en ‘groep I en groep II’ is een beperking van deze data. Wanneer wij controleren voor de duur sinds scheiding blijkt dit echter in de meeste gevallen geen volledige verklaring te zijn voor de negatieve effecten sinds 2009 die uit onze analyses naar voren komen. Hier geldt natuurlijk wel de kanttekening dat er overlap is tussen de variabelen ‘duur sinds scheiding’ en ‘groepsindeling’. Er blijft echter een verschil bestaan tussen kenmerken van scholieren en ouders uit de groepen I (scheidingen van 2004 t/m 2008) en II (scheidingen vanaf 2009 t/m 2013). Met andere woorden: scholieren uit gezinnen waarbij de scheiding vanaf 2009 plaatsvond, rapporteren significant meer conflicten tussen de ouders. Nader Scholieren & Gezinnen | Inge van der Valk & Ed Spruijt| Evaluatie Ouderschapsplan WODC Pagina 23 onderzoek naar de mogelijke samenhang tussen jaar van scheiding en negatieve effecten voor kinderen en ouders is aan te bevelen. Duidelijk is geworden dat er in elk geval geen verbetering is opgetreden sinds 2009.
Translated title of the contributionThe parenting plan after divorce and the consequences for children
Original languageDutch
PublisherWODC
Number of pages23
Publication statusPublished - 2013

Fingerprint

Dive into the research topics of 'The parenting plan after divorce and the consequences for children'. Together they form a unique fingerprint.

Cite this