Abstract
Bijna tien jaar geleden ging aluminiumsmelter Zalco BV, gevestigd in Vlissingen, Zeeland, failliet. De afwikkeling van dit faillissement zorgde voor een aantal goederenrechtelijke en faillissementsrechtelijke hoofdbrekers, waarover onder meer in 2013, 2015, en recent in 2020 arrest gewezen werd door de Hoge Raad. Afgelopen jaar werd de vraag voorgelegd of het gestolde aluminium op grond van bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 lid 2 BW nagetrokken is door de oven waarin het aluminium zich bevond. Laatstgenoemd arrest staat in deze bijdrage centraal.
Translated title of the contribution | The physical criterion of Art. 3:4 paragraph 2 of the Civil Code and disproportionately high cost and/or effort of separation |
---|---|
Original language | Dutch |
Journal | FIP |
Volume | 171 |
Issue number | 6 |
Publication status | Published - 11 Oct 2021 |
Keywords
- Goederenrecht
- Bestanddeelvorming
- Natrekking
- art. 3:4 lid 2 BW
- fysieke criterium