Abstract
Leken op het gebied van argumentatieleer beschikken over verschillende criteria om sterke van zwakke argumenten te onderscheiden. Dat mensen over dergelijke criteria beschikken, impliceert niet dat ze die criteria altijd gebruiken om de kwaliteit van argumenten zorgvuldig af te wegen. Mensen zouden hun onwelgevallige argumenten kritischer bejegenen dan argumenten die stroken met het eigen standpunt. In dit onderzoek stond de vraag centraal of dat inderdaad het geval is. Veertig proefpersonen werd verteld dat ze zouden deelnemen aan een debat waarin ze de wenselijkheid van gemengde scholen moesten verdedigen (of juist aanvallen). Ze kregen vervolgens zestien (sterke en zwakke) argumenten voorgelegd met het verzoek om zich hardop denkend voor te bereiden op het debat. Uit de analyse van de hardopdenkprotocollen bleek dat mensen deze criteria niet gebruikten om op objectieve wijze de kwaliteit van argumenten vast te stellen, maar vooral om hun onwelgevallige argumenten te diskwalificeren. De resultaten van deze studie vormen een belangrijke stap in het onderzoek naar motivated reasoning, doordat zowel het te verdedigen standpunt als de kwaliteit van de argumenten op systematische wijze is gemanipuleerd en de daadwerkelijke toepassing van evaluatiecriteria is geobserveerd
Original language | English |
---|---|
Pages (from-to) | 87-105 |
Number of pages | 19 |
Journal | Tijdschrift voor Taalbeheersing |
Volume | 36 |
DOIs | |
Publication status | Published - 2014 |