Abstract
Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Justitie van 15 oktober 2009 is de Nederlandse m.e.r.-regelgeving voor projecten aangepast. Volgens de wetgever heeft deze aanpassing ook gevolgen voor de m.e.r.-plicht voor plannen. Er zou met deze aanpassing tevens een plan-m.e.r.-beoordeling worden geïntroduceerd, daar waar de m.e.r.-regelgeving deze tot dan toe niet kende. Deze indirecte plan-m.e.r.-beoordeling is echter niet uitdrukkelijk wettelijk verankerd, maar zou uit de systematiek van de m.e.r.-regelgeving voortvloeien. Wij hebben in opdracht van het ministerie van I en M onderzocht of de wettelijke verankering van de plan-m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is en zo ja op welke wijze deze beoordeling kan worden neergelegd in de plan-m.e.r.-regelgeving. Met het oog hierop was het vanzelfsprekend nodig dat de plan-m.e.r.-regelgeving tegen het Europeesrechtelijke licht te houden.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 652-665 |
Number of pages | 14 |
Journal | Tijdschrift voor Bouwrecht |
Volume | 5 |
Issue number | 7 |
Publication status | Published - 2012 |