Abstract
Het Europees Comité van Sociale Rechten van het ESH heeft herhaaldelijk geconcludeerd dat het in de Nederlandse rechtspraak in het stakingsrecht toegepaste ultimum remedium-beginsel in strijd is met art. 6 lid 4 ESH. Het feit dat de rechter bepaalt of een staking prematuur is maakt inbreuk op de wezenlijke inhoud van het stakingsrecht, omdat de rechter dan treedt in het voorrecht van de vakbonden om te bepalen of het inzetten van een staking noodzakelijk is. De Minister van Justitie heeft de rechterlijke macht geïnformeerd over de opvattingen van het Comité. Het Comité constateerde later dat de praktijk echter niet is veranderd. In dit artikel wordt behandeld hoe in de rechtspraak het ultimum remedium-beginsel toegepast wordt.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 16-19 |
Number of pages | 4 |
Journal | ArbeidsRecht |
Volume | 39 |
Issue number | 8/9 |
Publication status | Published - 2014 |