Abstract
In de arresten P. en S. en Alo en Osso introduceerde het Hof van Justitie een exceptie ten aanzien van de gelijkebehandelingsrechten van derdelanders: het recht op gelijke behandeling geldt niet als ongelijke behandeling het gevolg is van integratiemaatregelen. Wat zijn de gevolgen van deze 'integratie-execeptie' voor de gelijke toegang van derdelanders tot sociale rechten? In dit artikel worden de inhoud en gevolgen van deze exceptie besproken. De aanvaarding van de integratie-exceptie door het EU Hof van Justitie betekent dat de lidstaten integratie kunnen inroepen als nieuwe grond om de gelijke toegang van derdelanders tot sociale rechten te beperken. De exceptie doet aldus afbreuk aan de reeds bereikte harmonisatie van het immigratiebeleid van de EU en remt de verwezenlijking van het recht op gelijke behandeling van derdelanders in de Europese Unie.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 257-266 |
Journal | Asiel&Migrantenrecht |
Volume | 2017 |
Issue number | 6-7 |
Publication status | Published - 2017 |
Externally published | Yes |
Keywords
- EU-recht
- gelijke behandeling
- inburgering
- sociale rechten
- langdurig ingezetenen
- discriminatieverbod