Abstract
Hoe berekenen we 345 × 729? Steeds minder basisschoolleerlingen leren nog hoe ze dit uit
kunnen rekenen. Voor een dergelijk gruwelvoorbeeld worden zij naar de rekenmachine doorverwezen.
Aldus Willem Uittenbogaard, auteur van dit artikel. Het recent door de CITO uitgevoerde
PPON-onderzoek heeft aangetoond, dat de vaardigheden van snel en foutloos rekenen sterk
omlaag zijn gegaan. Waar Hans Freudenthal nog voor het inzichtelijk oefenen van algoritmen
pleitte, is men inmiddels verder: het toepassen van een algoritme is geen wiskunde. Sinds
de jaren tachtig zijn systematisch steeds meer nieuwe methoden zoals de ‘hapmethode’ in
het rekenonderwijs op school geïntroduceerd om kinderen handig te leren rekenen. In het juni
2007-nummer heeft Jan van de Craats, hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam
en de Open Universiteit, deze praktijk aan de kaak gesteld.
Willem Uittenbogaard, medewerker van het Freudenthal Instituut, geeft al 37 jaar op een
pabo les en werkt daar zowel met kinderen als studenten en stoort zich aan de kritiek van Van
de Craats. In dit artikel bespreekt hij de door Van de Craats aangehaalde voorbeelden vanuit
zijn eigen perspectief. Moet 345 × 729 tot de gruwelvoorbeelden worden gerekend?
kunnen rekenen. Voor een dergelijk gruwelvoorbeeld worden zij naar de rekenmachine doorverwezen.
Aldus Willem Uittenbogaard, auteur van dit artikel. Het recent door de CITO uitgevoerde
PPON-onderzoek heeft aangetoond, dat de vaardigheden van snel en foutloos rekenen sterk
omlaag zijn gegaan. Waar Hans Freudenthal nog voor het inzichtelijk oefenen van algoritmen
pleitte, is men inmiddels verder: het toepassen van een algoritme is geen wiskunde. Sinds
de jaren tachtig zijn systematisch steeds meer nieuwe methoden zoals de ‘hapmethode’ in
het rekenonderwijs op school geïntroduceerd om kinderen handig te leren rekenen. In het juni
2007-nummer heeft Jan van de Craats, hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam
en de Open Universiteit, deze praktijk aan de kaak gesteld.
Willem Uittenbogaard, medewerker van het Freudenthal Instituut, geeft al 37 jaar op een
pabo les en werkt daar zowel met kinderen als studenten en stoort zich aan de kritiek van Van
de Craats. In dit artikel bespreekt hij de door Van de Craats aangehaalde voorbeelden vanuit
zijn eigen perspectief. Moet 345 × 729 tot de gruwelvoorbeelden worden gerekend?
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 60-64 |
Journal | Nieuw archief voor wiskunde. Serie 5 |
Volume | 9 |
Issue number | 1 |
Publication status | Published - Mar 2008 |