Abstract
In rap tempo wordt wereldwijd gezocht naar een goed werkend coronavaccin. Vanuit de industrie komen signalen dat de mogelijkheid bestaat dat men niet alle bijwerkingen van een vaccin (nu al) kan voorzien. Dat roept de vraag op of hun immuniteit dient toe te komen voor eventuele productaansprakelijkheid. Deze bijdrage beoogt een aanzet te geven tot gedachtevorming over dit thema. Besproken wordt dat terughoudendheid moet worden betracht bij het accepteren van immuniteit voor productaansprakelijkheid voor een gebrekkig coronavaccin. Zo bestaan er, in ieder geval naar Nederlands recht, voldoende mogelijkheden om vaccinaansprakelijkheid beheersbaar te houden. Bovendien is de vraag welke effecten het verlenen van immuniteit heeft op de (toch al relatief lage) vaccinatiebereidheid. Dit alles betekent evenwel niet dat het wenselijk is om slachtoffers het pad van de productaansprakelijkheid te laten bewandelen. Dat pad is voor hen immers bezaaid met de nodige hindernissen. Een schadefonds voor slachtoffers van de bijwerkingen van een coronavaccin is het overwegen waard. De rechtvaardiging voor zo’n schadefonds is gelegen in de maatschappelijke solidariteit en het publieke belang van de volksgezondheid.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 2507 |
Pages (from-to) | 2838-2845 |
Number of pages | 9 |
Journal | Nederlands juristenblad |
Volume | 2020 |
Issue number | 37 |
Publication status | Published - 29 Oct 2020 |