Abstract
EU-autoriteiten hebben vergaande bevoegdheden om Unierechtelijke belangen direct te handhaven. Omdat lidstaten de handhavingssoevereiniteit niet uit handen willen geven, opereren deze autoriteiten niet op basis van een uniform EU-wetboek, maar moeten zij samenwerken met nationale autoriteiten. Dit leidt tot verwevenheid en onderlinge afhankelijkheid van Unie- en nationale autoriteiten. Handhaving raakt daardoor zo vervlochten dat het onmogelijk is verantwoordelijkheden voor schendingen van fundamentele rechten toe te schrijven en er nieuwe problemen de kop op steken die de individuele staat overstijgen.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | 69 |
Pages (from-to) | 463-468 |
Journal | Strafblad |
Volume | 2017 |
Issue number | 6 |
Publication status | Published - Dec 2017 |