Abstract
Kortsnuitige honden hebben door misvorming van hun schedel en snuit vaak vernauwde luchtwegen, uitpuilende ogen en diepe neusplooien. Deze aanleg geeft een groot risico op benauwdheid en tal van pijnlijke oogaandoeningen. Door de open normstelling in de bestaande wetgeving kon niet echt worden opgetreden tegen het fokken met deze misvormde dieren. Het ExpertiseCentrum Genetica Gezelschapsdieren (ECGG) van de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht heeft in opdracht van de minister van LNV criteria voor handhaving ontwikkeld. Door deze nieuwe criteria kunnen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Landelijke Inspectie Dierenbescherming (LID) de bestaande wetgeving beter handhaven
Translated title of the contribution | Breeding with short-nosed dogs |
---|---|
Original language | Dutch |
Number of pages | 32 |
Publication status | Published - 21 Jan 2019 |