Abstract
Tijdens het grensoverschrijdende opsporingsonderzoek naar (gebruikers van) cryptoaanbieders worden opsporingsautoriteiten voor complexe juridische vraagstukken gesteld wanneer zij rechtsmacht willen uitoefenen buiten de eigen landsgrenzen. Immers, autoriteiten zijn bij het uitoefenen van executieve jurisdictie gebonden aan hun eigen territorium, terwijl het onderzoek naar (gebruikers van) cryptoaanbieders een internationaal karakter kent. In de EU zijn verschillende mogelijkheden ontwikkeld om grensoverschrijdend op te sporen. In deze bijdrage worden twee van deze mogelijkheden: een rechtshulpverzoek en het oprichten van een Joint Investigation Team geanalyseerd. Bij beide mogelijkheden stuiten opsporingsautoriteiten op bezwaren. De auteurs concluderen dat het grensoverschrijdend opsporingsonderzoek noopt tot een efficiëntere Europeesrechtelijke onderzoeksaanpak.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 106-118 |
Number of pages | 13 |
Journal | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving |
Volume | 2022 |
Issue number | 2 |
DOIs | |
Publication status | Published - 3 May 2022 |
Keywords
- executieve jurisdictie
- EncroChat
- rechtshulp
- JIT
- grensoverschrijdend opsporingsonderzoek