Op 28 maart 2014 heeft de Hoge Raad zich voor het eerst uitgelaten over de vraag hoe schendingen van het recht op berechting binnen een redelijke termijnin het civiele recht geredresseerd dienen te worden. De mogelijkheid om de Staat in een reeds aanhangige civiele procedure te betrekken, is verworpen. Enkel het entameren van een afzonderlijke procedure uit onrechtmatige daad jegens de Staat kan als ‘remedy’ dienen. Betwijfeld kan worden of de door de Hoge Raad aan die ‘remedy’ gegeven invulling volledig voldoet aan de effectiviteitseisen van het EVRM. Bij de redressering van schendingen van het recht op berechting binnen een redelijke termijn is ingrijpen van de wetgever meer dan wenselijk, ook los van de kanttekeningen die bij de invulling van de ‘remedy’ geplaatst kunnen worden.
Original language | Dutch |
---|
Number of pages | 9 |
---|
Project No. | 12/05436 |
---|
Finished | 28/03/14 |
---|
Publication status | Published - 12 Sept 2014 |
---|
Name | Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht |
---|
No. | 7 |
---|
Volume | 32 |
---|
HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:736