Effecten van onderwijsaanpakken op attitudes tegenover de bètawetenschappen

Nederlandse leerlingen scoren goed op wiskunde en de natuurwetenschappen in internationale studies, maar hun attitudes tegenover deze bètawetenschappen zijn weinig positief. Dit is problematisch gezien de maatschappelijke behoefte aan studenten die voor bèta kiezen en een bèta-gerelateerd beroep ambiëren. Uit onderzoek is gebleken dat affectieve factoren zoals attitudes mogelijk een grotere invloed hebben op studiekeus dan cognitieve factoren zoals leerprestaties. Vandaar dat het belangrijk is te weten hoe binnen het bètaonderwijs een positievere attitude tegenover de bètawetenschappen kan worden bereikt. De centrale vraag in deze overzichtsstudie is daarom: wat zijn de effecten van vernieuwende onderwijsaanpakken ten opzichte van regulier onderwijs op de attitudes van leerlingen tegenover wiskunde en de natuurwetenschappen?
Om deze vraag te beantwoorden zijn 50 studies geselecteerd uit de periode 1989 – 2014 in het primair en voortgezet bètaonderwijs die aan de selectiecriteria voldeden: ze hadden een controlegroep en rapporteerden voor- en nametingen. De onderzochte vernieuwende onderwijsaanpakken waren onder andere onderzoekend leren, contextrijk onderwijs, computerondersteund onderwijs en samenwerkend leren. Deze aanpakken werden vergeleken met regulier onderwijs. Onder attitudes vallen relevantie, interesse, vertrouwen in eigen kunnen (self-efficacy) en hoe normaal bètawetenschappers worden gevonden. Interesse kon worden onderverdeeld in de domeinen school, vrije tijd en loopbaan in een bètawetenschap. Effecten op de volgende onderwerpen bleken significant positief te zijn: interesse voor bèta, interesse in een bètaloopbaan en attitudes tegenover bèta in het algemeen. Voor de andere attitudes waren de effecten niet significant. Het lijkt erop dat attitudes moeilijk te verbeteren zijn ten opzichte van regulier onderwijs, vooral in hogere leerjaren, maar dat langduriger aanpakken positievere effecten hebben. Er is geen verschil gevonden tussen de verschillende vernieuwende onderwijsaanpakken. Als het om het bevorderen van positieve attitudes gaat, is de kwaliteit van implementatie waarschijnlijk belangrijker dan de gekozen onderwijsaanpak.