Een succesverhaal voor rechtsvorming, rechtseenheid en rechtszekerheid: de Wet Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad

Research output: Contribution to journalArticleProfessional

Abstract

Op 1 juli 2012 is de ‘Wet prejudiciële vragen aan de
Hoge Raad’ in werking getreden. De wet creëert de
mogelijkheid om al vroeg in een procedure het antwoord
op een prangende rechtsvraag te verkrijgen,
in gevallen waarin de maatschappelijke behoefte
aan een richtinggevende uitspraak van de Hoge Raad
groot is, hetgeen tot (versnelde) rechtsvorming en
tot meer (en eerdere) rechtszekerheid en rechtseenheid
kan leiden. De wettelijke regeling is sinds juli
2012 diverse malen benut en heeft ook tot spraakmakende
rechtspraak geleid. In het tussen juni 2015
en juni 2016 door Ucall uitgevoerde WODC-onderzoek
stonden twee vragen centraal: a) hoe werkt de
huidige procedure voor het stellen van prejudiciële
vragen aan de Hoge Raad in het civiele recht; en b)
is het mogelijk, en zo ja, onder welke omstandigheden,
om een prejudiciële procedure in het strafrecht
in te voeren? Deze bijdrage bevat een – noodzakelijkerwijs
– beknopte weergave van de evaluatie van dit
onderzoek.
Original languageDutch
Article number46
Pages (from-to)312-322
Number of pages11
JournalNederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht
Volume2016
Issue number10
Publication statusPublished - 15 Dec 2016

Keywords

  • prejudiciele vragen
  • privaatrecht

Cite this