Abstract
In 2007 gaf de Hoge Raad aan dat uit artikel 8 EVRM een positieve verplichting kan voortvloeien voor de juridische
erkenning van een neutrale genderidentiteit, mits er een maatschappelijke en juridische trend naar erkenning zou zijn. Nu,
vijftien jaar later, lijkt er daadwerkelijk sprake van zo’n trend. Deze bijdrage gaat daarop in en beschrijft hoe een ‘derde
geslacht’, een non-binaire genderidentiteit, vorm krijgt in de wisselwerking tussen wetgever en rechtspraak in Nederland
erkenning van een neutrale genderidentiteit, mits er een maatschappelijke en juridische trend naar erkenning zou zijn. Nu,
vijftien jaar later, lijkt er daadwerkelijk sprake van zo’n trend. Deze bijdrage gaat daarop in en beschrijft hoe een ‘derde
geslacht’, een non-binaire genderidentiteit, vorm krijgt in de wisselwerking tussen wetgever en rechtspraak in Nederland
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 196-203 |
Number of pages | 8 |
Journal | Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht |
Issue number | 2022/ 7-8 |
Publication status | Published - Jul 2022 |