Een proof-of-concept studie van een onderwijsprogramma gericht op ontwikkeling van competentie in het oplossen van klinische problemen

S.P.J. Ramaekers, P. van Beukelen, W.D.J. Kremer, J. van Keulen, A. Pilot

Research output: Contribution to conferencePaperOther research output

Abstract

De transitie van het leren in een ‘schoolse’ setting (preklinische fase) naar leren in de praktijk (coschappen) is voor velen zowel een enerverende nieuwe stap als een fase van onzekerheid. Die eerste stappen als beginnend professional gaan gepaard met nieuwe verantwoordelijkheden en de confrontatie met de vele problemen, risico’s, onzekerheden en werkdruk in de praktijk. In geneeskunde opleidingen werd die overgang naar de coschappen herhaald geïdentificeerd als buitengewoon stressvol 1. Om studenten adequaat op de praktijk voor te bereiden heeft de opleiding diergeneeskunde (Utrecht) gekozen voor de ontwikkeling van een curriculumonderdeel, de zogeheten ‘klinische lessen’, waarin studenten aan de hand van een groot aantal realistische praktijkproblemen oefenen met het oplossen daarvan. Deze studie betreft de vormgeving van dat onderdeel in het curriculum. Theoretische basis: Over de achtergronden, oorzaken en mogelijke oplossingen van transitieproblemen bestaan diverse theorieën, variërend van cognitieve overbelasting of processen van professionele socialisatie tot en met tijdelijke deficiënties in kennis en kunde die inherent zijn aan competentieontwikkeling, en aan verschillen tussen theorie en praktijk (veranderingen in de kennisorganisatie, ontbrekende kennis van vele contextgebonden aspecten, geringe transfer) 2. De in de opleiding diergeneeskunde gekozen oplossing sluit met name aan bij theorieën over de reorganisatie van kennis in de praktijk (ontwikkeling van scripts), context- en situatiespecificiteit (geringe transfer) van klinische problemen, en bij het streven naar een adequate beeldvorming in de praktijk. In deze studie wordt daarbij aangesloten, alsmede voortgebouwd op noties en concepten uit instructional design (ID). Onderzoeksvraag: De centrale vraag in deze studie betreft ‘operational feasibility’ van het ontwerp van de klinische lessen in relatie tot de beoogde doelen en uikomsten: In hoeverre kan van de gekozen vormgeving van de Klinische Lessen worden verwacht dat de beoogde doelen optimaal worden bereikt? Daartoe wordt achtereenvolgens ingegaan op de vragen: a. Welke leerprocessen vergen de doelen bij ‘ontwikkeling van competentie in het oplossen van klinische problemen’? b. Welke leerfuncties moeten worden vervuld om deze doelen en processen te realiseren? c. Wat zijn de karakteristieke kenmerken van het ontwerp van de klinische lessen? d. Hoe dragen deze programmakenmerken bij aan vervulling van de benodigde leerfuncties? e. Welke (potentiële) deficiënties en/of onzekerheden zijn onderdeel van het gekozen ontwerp? f. Op welke wijze kunnen die onvolkomenheden in het traject van verdere uitwerking, implementatie, monitoring en gericht vervolgonderzoek worden gehanteerd? Onderzoeksdesign: Deze proof-of-concept studie is onderdeel van een ontwerponderzoek naar gebruik van authentieke taken voor het leren oplossen van klinische problemen. De gevolgde methode: 1. literatuurstudie: op basis van bestaande inzichten en theorieën over het leren oplossen van klinische problemen 3 en ID 4 werden de bij de doelen behorende leerprocessen gekarakteriseerd en benodigde leerfuncties bepaald. 2. ontwerpanalyse: aan de hand van de beschikbare documentatie (raamplan, studiematerialen, notulen docentenoverleg, etc.) werden de hoofdkenmerken van het ontwerp geïdentificeerd. Deze hoofdkenmerken werden bevestigd via een membercheck (n=12, agreement 81-100%) 3. matching: door vergelijking werd nagegaan in hoeverre de hoofdkenmerken van het ontwerp bijdragen aan een adequate vervulling van de leerfuncties, zowel op niveau van enkelvoudige bijeenkomsten als voor het programma als geheel. 4. analyse van discrepanties tussen vervulling van de leerfuncties en programmakenmerken werd gebruikt om inzicht te krijgen in de (potentiële) deficiënties en/of onzekerheden in het ontwerp. Resultaten: Het referentiekader voor conceptuele toetsing van het programmaontwerp omvat drie niveaus van processen (werkprocessen, leerprocessen, ontwikkelingsprocessen) en tien functies. Het ontwerp kan worden beschouwd als feasible: zowel op het niveau van het programma als geheel, als voor de enkelvoudige sessies geldt dat alle leerfuncties door het programmaontwerp worden gefaciliteerd. Een deel van de kenmerken blijkt slechts voorwaardelijk voor vervulling van leerfuncties; andere programmakenmerken bieden gelegenheid voor c.q. vergen het oefenen met actieve vervulling van een leerfunctie. Zwaktes c.q. onzekerheden op het niveau van het programmaontwerp 5 betreffen met name: de timing van casusinformatie, de combinatie van docentrollen, scaffolding van multiple oplosstrategieën en de opbouw in complexiteit van cases. Voor deze elementen werden maatregelen aangeduidt, gericht op aanpassing van het ontwerp, implementatie c.q. vervolgonderzoek. Discussie: Een proof-of-concept studie blijft beperkt tot een eerste bepaling of een ontwerp c.q. het construct waarop zij is gebaseerd, werkzaam zal zijn. In geval van grote investeringen, risico’s of – zoals in deze casus - bij een grote belasting van betrokken patienten en docenten die het praktijkonderwijs zal gaan vergen, is die eerste toetsing van het ontwerp relevant. Meer inzicht of en hoe het ontwerp werkt, kan alleen worden verkregen door in en na de uitvoering effecten en uitkomsten nader te onderzoeken 6. References: 1. Radcliffe C, Lester H. Perceived stress during undergraduate medical training: a qualitative study. Medical Education. 2003;37(1):32-8 2. Boshuizen HPA. Expert development; The transition between school and work. Expert development: How to bridge the gap between school and work: Open Universiteit, the Netherlands, 2003 3. Eva KW. What every teacher needs to know about clinical reasoning. Medical Education. 2005;39(1):98-106 4. Jonassen DH. Toward a design theory of problem solving. Educational Technology Research & Development. 2000;48(4):63-85. 5. Joseph D. The Practice of Design-Based Research: Uncovering the Interplay between Design, Research and the Real-World Context. Educational Psychologist. 2004;39(4):235 – 42 6. Collins A, Joseph D, Bielaczyc K. Design Research: Theoretical and Methodological Issues. Journal of the Learning Sciences. 2004 01;13(1):15-42
Original languageDutch
Publication statusPublished - 2010
EventPaper gepresenteerd op de Onderwijs Research Dagen (23 - 25 juni) - Enschede, Nederland
Duration: 1 Jan 2010 → …

Conference

ConferencePaper gepresenteerd op de Onderwijs Research Dagen (23 - 25 juni)
CityEnschede, Nederland
Period1/01/10 → …

Bibliographical note

Paper gepresenteerd op de Onderwijs Research Dagen (23 - 25 juni)

Cite this