Abstract
In Verordening (EU) nr. 211/2011 zijn nadere voorwaarden vastgelegd voor het indienen van een Europees burgerinitiatief (EBI). In de ruim vijf jaar dat deze Verordening nu van kracht is, sinds 1 april 2012, zijn belangrijke knelpunten zichtbaar geworden. In deze bijdrage beogen we een eerste balans op te maken van de inrichting en de werking van het EBI, door een analyse van de recente uitspraak van het Hof van Justitie in de Anagnostakis zaak over de rechtmatigheid van een afwijzend besluit van de Commissie tot registratie van een EBI en het recente voorstel van de Commissie tot wijziging van de Verordening om de werking van het EBI te verbeteren. HvJ 12 september 2017, zaak C-589/15 P, Alexios Anagnostakis/Europese Commissie, ECLI:EU:C:2017:663; Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief, PbEU 2011, L 65/1 (EBI-Verordening); Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief COM(2017)482 def.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 241-249 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Europees recht |
Volume | 2017 |
Issue number | 9-10 |
DOIs | |
Publication status | Published - 31 Dec 2017 |
Keywords
- Europees burgerinitiatief
- participerende democratie
- aanvraag tot registratie
- motiveringsplicht