Abstract
Richtlijn 2004/38/EG legt de voorwaarden vast waaronder EU-burgers van hun vrij verkeer gebruik kunnen maken in de EU. Voor economisch niet-actieve EU-burgers zijn bijvoorbeeld specifieke voorwaarden verbonden aan hun verblijf. In het bijzonder gaat het om het hebben van voldoende bestaansmiddelen alsmede het hebben van een dekkende zorgverzekering. Waar het Hof van Justitie in de afgelopen jaren enkele belangrijke uitspraken heeft gedaan over de bestaansmiddeleneis, doet het in de zaak A uitspraak over de zorgverzekeringseis. Deze bijdrage analyseert het nieuwste arrest van het Hof van Justitie in het licht van het geldende Europese recht en rechtspraak.
HvJ 15 juli 2021, zaak C-535/19, ECLI:EU:2021:595 (A/Latvijas Republikas Veselības ministrija).
HvJ 15 juli 2021, zaak C-535/19, ECLI:EU:2021:595 (A/Latvijas Republikas Veselības ministrija).
Original language | English |
---|---|
Pages (from-to) | 145-151 |
Number of pages | 7 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Europees recht |
Issue number | 7-8 |
DOIs | |
Publication status | Published - Oct 2021 |
Keywords
- Richtlijn 2004/38/EG
- Verordening (EG) nr. 883/2004
- economisch niet-actieve EU-burger
- weigering toegang openbaar gezondheidszorgstelsel