Abstract
Sinds de lancering in januari 2010 is e-Court met een zekere regelmaat in het nieuws. Opvalt dat het in de regel andere organisaties zijn die nieuws naar buiten brengen in de vorm van kritiek. Soms is die kritiek terecht en opbouwend, maar soms ook lijkt de kritiek ingegeven te zijn doordat e-Court het verdienmodel van ‘de concurrentie’ onder druk zet. 1 Dat neemt niet weg dat e-Court inmiddels in een aantal zaken is uitgegroeid tot het grootste scheidsgerecht van Nederland. Ook gemeten naar het aantal arbiters is e-Court geen kleine speler meer te noemen. E-Court behandelt meer geschillen met consumenten dan alle (54) geschillencommissies samen. Het instituut was in 2013 op grond van algemene voorwaarden opgenomen in meer dan acht miljoen rechtsverhoudingen en inmiddels zijn daar nog eens bijna een half miljoen consumenten bijgekomen. Hieronder ga ik in op de houding vanuit de overheid tegenover dit initiatief, en in het bijzonder de bescherming van de positie van de overheidsrechter. Hoe men ook denkt over e-Court, één ding mag duidelijk zijn: e-Court heeft ervoor gezorgd dat de overheid genoodzaakt was om de processuele mogelijkheden voor de burger te verbeteren.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 111-117 |
Journal | Rechtsgeleerd Magazijn Themis |
Volume | 2014 |
Issue number | 3 |
Publication status | Published - Jul 2014 |