Abstract
In welke richting kan een confrontatie tussen Derrida en scepticisme nog zinvol zijn? Vroege discussies over het vermeende ‘scepticisme’ van Derrida’s werk concentreerden zich op de aanwezigheid van ‘destructieve theses’ daarin en de ‘zelfweerlegging’ die dat met zich meebrengt. Die polemiek is echter zelf representatief voor een tegenstellingsdenken dat zowel Derrida als de sceptici trachten te ontstijgen. Daarvoor moet de zelfbetrekking die daarbij in het geding is niet zomaar vermeden, maar als zélf significant geïnterpreteerd worden. Enerzijds valt een dergelijke onderneming in een bepaalde zin nog steeds ten prooi aan zichzelf. Anderzijds ligt de waarde van zowel Derrida als scepticisme (en de zin van hun confrontatie) in de aanwijzingen die ze bieden over de manier waarop op een zinvolle en niet-naïeve manier de aard en grenzen van bepaling en tegenstelling zélf reflexief aan de orde gesteld en geconcipieerd kunnen worden.
Original language | English |
---|---|
Pages (from-to) | 71-79 |
Journal | Krisis |
Issue number | 02 |
Publication status | Published - 2013 |