Abstract
Deze bijdrage bespreekt recente rechtspraak van de Hoge Raad inzake het ne bis in idem-beginsel na het Alcoholslotprogramma-arrest. Hieruit blijkt dat dat een vergelijking met dit arrest niet opgaat en dat het arrest een uitzonderingspositie in blijft nemen. Ook wordt de rechtspraak beschouwd en gewaardeerd in het licht van de ratio van het ne bis in idem-beginsel en vanuit Europees perspectief. Geconcludeerd wordt dat de nadruk, zowel in nationale als in Europese context, (steeds meer) lijkt te liggen op evenredige bestraffing bij cumulatie van procedures, zodat recht wordt gedaan aan de materiële grondslag van het ne bis in idem-beginsel.
Original language | Dutch |
---|---|
Article number | NTS 2020/7 |
Pages (from-to) | 40-48 |
Number of pages | 9 |
Journal | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht |
Volume | 1 |
Issue number | 1 |
DOIs | |
Publication status | Published - 12 Feb 2020 |
Keywords
- Ne bis in idem-beginsel
- Alcoholslotprogramma
- 68 Sr