Abstract
De Hoge Raad stelt hoge eisen aan de niet-ontvankelijkverklaring van het OM. De wetgever lijkt in de moderniseringsoperatie van het Wetboek van Strafvordering iets meer ruimte te willen geven voor situaties waarin de rechter al te grof is misleid, maar waarin door herstel van de vormverzuimen de waarheidsvinding niet wezenlijk is aangetast. Intussen lijken rechters soms middels een zogenaamd rechterlijk pardon (art. 9a Sr) verholen niet-ontvankelijkheid uit te spreken. Hoe zit dat?
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 113-122 |
Number of pages | 10 |
Journal | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving |
Volume | 2021 |
Issue number | 2 |
DOIs | |
Publication status | Published - 24 Apr 2021 |