Abstract
Gesprekken in Nederland over de transitionele arbeidsmarkt en
het levensloopbeleid vooronderstellen dat in de toekomst vaker
sprake zal zijn van kortstondige en/of partiële loopbaanonderbrekingen. Werknemers zullen, aldus deze vooronderstelling, vaker hun betaalde loopbaan afwisselen met perioden van zorg,
scholing of kortdurende werkloosheid. Daarmee zullen periodes
van nonparticipatie niet langer het exclusieve domein zijn van
vrouwen die voor hun kinderen zorgen maar een integraal onderdeel worden van de levensloop van steeds meer individuen (SER,
2005). De discussie over dergelijke loopbaanonderbrekingen
wordt goeddeels gevoerd zonder een duidelijk inzicht in de gevolgen ervan. Met het voorliggende onderzoek wordt ten minste
voor een deel in deze kennislacune voorzien. In deze studie over
loopbaanonderbrekingen wordt kritisch gekeken naar de niet-geïnstitutionaliseerde vorm. Dat wil zeggen, het niet participeren
in betaalde arbeid (status inactief) en naar periodes van werkloosheid. Daarbij staat de volgende vraag centraal: hoe beïnvloeden recente perioden van nonparticipatie de kans op het verrichten van betaald werk en – voor zover individuen met een nietcontinue arbeidsloopbaan momenteel betaald werk hebben – hoe
beïnvloedt nonparticipatie hun uurloon en hun beroepsstatus.
het levensloopbeleid vooronderstellen dat in de toekomst vaker
sprake zal zijn van kortstondige en/of partiële loopbaanonderbrekingen. Werknemers zullen, aldus deze vooronderstelling, vaker hun betaalde loopbaan afwisselen met perioden van zorg,
scholing of kortdurende werkloosheid. Daarmee zullen periodes
van nonparticipatie niet langer het exclusieve domein zijn van
vrouwen die voor hun kinderen zorgen maar een integraal onderdeel worden van de levensloop van steeds meer individuen (SER,
2005). De discussie over dergelijke loopbaanonderbrekingen
wordt goeddeels gevoerd zonder een duidelijk inzicht in de gevolgen ervan. Met het voorliggende onderzoek wordt ten minste
voor een deel in deze kennislacune voorzien. In deze studie over
loopbaanonderbrekingen wordt kritisch gekeken naar de niet-geïnstitutionaliseerde vorm. Dat wil zeggen, het niet participeren
in betaalde arbeid (status inactief) en naar periodes van werkloosheid. Daarbij staat de volgende vraag centraal: hoe beïnvloeden recente perioden van nonparticipatie de kans op het verrichten van betaald werk en – voor zover individuen met een nietcontinue arbeidsloopbaan momenteel betaald werk hebben – hoe
beïnvloedt nonparticipatie hun uurloon en hun beroepsstatus.
Original language | Dutch |
---|---|
Pages (from-to) | 131-135 |
Number of pages | 5 |
Journal | Over.Werk : Tijdschrift van het steunpunt WAV |
Volume | 4 |
Publication status | Published - 2005 |