Gst. 2023/22: De burgemeester en de adviseur kunnen tijdens een getuigenverhoor geen verschoningsrecht ontlenen aan artikel 28 Wet Bibob (Gooise Meren)

Research output: Contribution to journalCase noteProfessional

Abstract

Gelet op hetgeen in 3.3.3-3.3.4 is overwogen blijkt uit de bewoordingen, de strekking en de wetsgeschiedenis van de Wet Bibob niet dat in de geheimhoudingsplicht van art. 28 lid 1 Wet Bibob een verschoningsrecht besloten ligt. Het oordeel van het hof dat de burgemeester en de adviseur aan de Wet Bibob geen verschoningsrecht kunnen ontlenen is dus, zij het op andere gronden, juist. Daarom kunnen de klachten van de onderdelen 2 tot en met 4 niet tot cassatie leiden.

Opmerking verdient dat het voorgaande niet eraan in de weg staat dat de rechter die in een burgerlijk geding een getuige hoort op de voet van art. 179 lid 2 Rv (bij een voorlopig getuigenverhoor: in verbinding met art. 189 Rv) kan beletten dat vragen worden beantwoord indien die antwoorden gegevens zouden betreffen zoals bedoeld in art. 28 lid 1 Wet Bibob, en het belang dat is gediend met de geheimhoudingsplicht van art. 28 lid 1 Wet Bibob zwaarder dient te wegen dan de zwaarwegende maatschappelijke belangen die gemoeid zijn met de waarheidsvinding in het burgerlijk proces.
Original languageDutch
Pages (from-to)88-95
Number of pages8
JournalDe Gemeentestem
Volume2023
Issue number7555/7556
Publication statusPublished - 2023

Cite this