Abstract
Tussen Augustinus en Rousseau is de zelfbeschouwing verschoven van Belijdenis naar Bekentenis, van een theocratische context naar een psychologische. Het is de vraag of het daaruit resulterende egocentrisme van de moderne tijd vooruitgang impliceert. De zelfbeschouwing die hier naar aanleiding van een tienjarig faculteitsdecanaat wordt gepresenteerd is dan ook niet op het eigen ik gericht, maar op de ‘hogere’ (maar overigens niet-theocratische) context: de relatie tussen academisch bestuur, wetenschap en authenticiteit. Aan de hand van de zeven hoofdzonden zullen voorbeelden worden besproken van menselijke tekortkomingen, die ook in het wetenschappelijk bedrijf, zowel als in het academisch bestuur, onvermijdelijk een rol spelen. Hoe is het mogelijk korte termijn belangen terzijde te schuiven en wetenschappelijke waarden en intellectuele authenticiteit voorrang te geven?
Original language | English |
---|---|
Place of Publication | Utrecht |
Publisher | Utrecht University |
Number of pages | 13 |
Publication status | Published - 1 Jun 2012 |